ECLI:NL:RBMNE:2022:965

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
21/3577
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging hersteltermijn bestuursrechtelijke procedure inzake gebreken in besluit

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 14 maart 2022, is er een beslissing genomen over de verlenging van de hersteltermijn voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen. De rechtbank had eerder, in een tussenuitspraak van 10 februari 2022, het college de gelegenheid gegeven om binnen zes weken de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Het college heeft op 9 maart 2022 verzocht om verlenging van deze termijn, omdat het door personele problemen niet haalbaar was om binnen de gestelde termijn te reageren.

De rechtbank overweegt dat verzoeken om verlenging van de termijn in bijzondere gevallen kunnen worden ingewilligd, mits deze goed gemotiveerd zijn. De rechtbank verwijst naar de relevante wetgeving en eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In dit geval acht de rechtbank de redenen van het college voor verlenging van de termijn gerechtvaardigd, omdat de oorspronkelijk gestelde termijn te kort was en een andere beslissing waarschijnlijk zou leiden tot een minder definitieve geschilbeslechting.

De rechtbank heeft besloten dat het college binnen twee weken moet meedelen of het gebruik maakt van de gelegenheid om de gebreken te herstellen en heeft het college zes weken de tijd gegeven om dit te doen, met inachtneming van de overwegingen uit de eerdere tussenuitspraak. Verdere beslissingen worden aangehouden tot de einduitspraak op het beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/3577 T2

tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2022 in de zaak tussen

[eisers], allen uit [woonplaats] , eisers
(gemachtigde: mr. L. van Schie-Kooman),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen, verweerder
(gemachtigde: E. Schaap Enterman-Drent).

Als derde-partij neemt aan het geding deel [derde partij] te [woonplaats]

(gemachtigde: drs. S.A.N. Geerling).

Procesverloop

In de tussenuitspraak van 10 februari 2022 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Voor het verdere procesverloop verwijst de rechtbank naar die tussenuitspraak.
Bij brief van 9 maart 2022 heeft het college de rechtbank verzocht de in de tussenuitspraak gestelde termijn te verlengen.

Overwegingen

Het college heeft zijn verzoek om verlenging van de termijn om de gebreken te herstellen gedaan binnen de oorspronkelijke termijn die de rechtbank hiervoor heeft gesteld in de tussenuitspraak.
Slechts in bijzondere gevallen willigt de rechtbank zo’n verzoek om verlenging van de in de tussenuitspraak gestelde termijn in. Het verzoek om verlenging moet daarom zijn gemotiveerd. De rechtbank verwijst naar de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 april 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BM4478) en 21 september 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BT2162).
De reden waarom het college de rechtbank verzoekt om verlenging van de termijn is dat het niet haalbaar is gebleken om, vanwege personele problemen, binnen de gestelde termijn te reageren.
De rechtbank acht dit een bijzonder geval dat verlenging van de termijn rechtvaardigt, omdat de oorspronkelijk bepaalde termijn te kort is gebleken en elke andere beslissing van de rechtbank - met name de einduitspraak waarbij het college de opdracht krijgt een nieuw besluit te nemen - naar alle waarschijnlijkheid tot een minder finale vorm van geschilbeslechting leidt.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep.

Beslissing

De rechtbank:
- draagt het college op om binnen twee weken de rechtbank mee te delen of hij gebruik maakt van de gelegenheid de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken te herstellen;
- stelt het college in de gelegenheid om binnen zes weken na verzending van deze tweede tussenuitspraak de gebreken te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in de eerste tussenuitspraak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van mr. T.E.G. van Heukelom, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.