ECLI:NL:RBMNE:2023:1189
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-aanslag en waardebepaling van onroerende zaak
Op 1 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen de WOZ-aanslag van eiser voor het jaar 2022. Eiser ontving een aanslag voor de onroerendezaakbelasting voor zijn woning, waarvan de waarde door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 550.000,-. Na bezwaar van eiser werd deze waarde verlaagd naar € 504.000,-, maar eiser ging hiertegen in beroep. Tijdens de zitting, die online plaatsvond, waren eiser, zijn echtgenote en de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig. De rechtbank heeft de zaak behandeld en direct uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning voldoende had onderbouwd met een taxatiematrix, waarin de woning werd vergeleken met referentiewoningen. Eiser betwistte de waarde en voerde aan dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met een nabijgelegen 5G-zendmast. De rechtbank concludeerde echter dat de heffingsambtenaar de waarde niet te hoog had vastgesteld en dat de beroepsgrond van eiser niet slaagde. Wel werd bepaald dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50,- moest vergoeden vanwege onduidelijkheid over de oppervlakte van de woning in de voorfase.
De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De uitspraak is verzonden op de stempeldatum die in het proces-verbaal is vermeld.