ECLI:NL:RBMNE:2023:1242
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen legesaanslag in verband met omgevingsvergunning voor jachthaven
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Israël, beroep ingesteld tegen een legesaanslag van € 3.189,05 die door de heffingsambtenaar van de Gemeente De Ronde Venen is opgelegd. De legesaanslag is gerelateerd aan een aanvraag voor een omgevingsvergunning die eiser heeft ingediend op 3 februari 2020 voor het gebruik van een deel van een jachthaven door een tweede bedrijf. De gemeente heeft deze aanvraag op 13 augustus 2021 geweigerd, omdat deze niet voldeed aan het bestemmingsplan en de vereisten voor een buitenplanse afwijking. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar dit werd op 1 juni 2022 ongegrond verklaard door de bestuursrechter. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, wat nog loopt.
De heffingsambtenaar heeft de legesaanslag opgelegd op basis van de Legesverordening van de gemeente, die bepaalt dat leges kunnen worden geheven voor door het gemeentebestuur verstrekte diensten. Eiser betwist de legesaanslag en stelt dat voor het gebruik van het perceel als jachthaven geen vergunning vereist is, en dat hij daarom geen leges verschuldigd is. De rechtbank heeft op 6 februari 2023 de zaak behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting.
De rechtbank oordeelt dat zolang de Afdeling niet anders beslist over de vergunningplicht, de belastingrechter moet uitgaan van de vergunningplicht. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de legesaanslag terecht heeft opgelegd, en verklaart het beroep van eiser ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink en is openbaar uitgesproken op 20 maart 2023.