Beoordeling door de rechtbank
Ontvankelijkheid van het beroep
2. Voordat de rechtbank het beroep van eisers inhoudelijk kan beoordelen, moet zij eerst beoordelen of dat beroep ontvankelijk is.
3. Partijen zijn het er over eens, en de rechtbank stelt ook vast, dat eisers zicht zullen hebben op het zonneveld en dus belanghebbenden zijn bij de omgevingsvergunning. Ook hebben eisers tijdig hun zienswijze op het ontwerpbesluit naar voren gebracht. Toch heeft het college zich in het verweerschrift en op de zitting op het standpunt gesteld dat het beroep niet-ontvankelijk is. Volgens het college hadden eisers niet kunnen volstaan met het in hun beroepschrift herhalen van hun zienswijze zonder daarbij aan te geven waarom zij het niet eens zijn met de reactie van het college op die zienswijze.
4. De rechtbank is het hier niet mee eens. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het beroepschrift van eisers voldoende op welke gronden zij het niet eens zijn met de omgevingsvergunning en dus dat ze het niet eens zijn met de beantwoording van hun zienswijze. Het beroep van eisers is ontvankelijk. De rechtbank zal hun beroep hierna inhoudelijk beoordelen.
5. De rechtbank toetst de rechtmatigheid van besluiten die zijn genomen door bestuursorganen. Deze zaak gaat over de omgevingsvergunning die door het college is verleend aan vergunninghouder.
6. Dit betekent dat de rechtbank in deze uitspraak geen oordeel zal geven over de planschade- en realisatieovereenkomst die de rechtspersoon de gemeente Houten voornemens is te sluiten of inmiddels heeft gesloten met vergunninghouder. Ook zal zij geen oordeel geven over het beleid dat de gemeente Houten voert ten aanzien van duurzaamheid en over op welke locaties in de gemeente Houten zonnepanelen kunnen worden gebouwd. Ten slotte ligt ook een eventuele schadevergoeding aan eisers nu niet ter beoordeling aan de rechtbank voor en zal dit onderwerp dus niet terugkomen in het vervolg van deze uitspraak.
7. De rechtbank beoordeelt in deze uitspraak of het college de omgevingsvergunning in redelijkheid heeft kunnen verlenen.
8. Partijen zijn het er over eens, en de rechtbank stelt ook vast, dat het zonneveld in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘ [plaats] ’.
9. Het college komt bij de beslissing om al dan niet toepassing te geven aan de hem toegekende bevoegdheid om in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen beleidsruimte toe. Bij de keuze om wel of niet een vergunning te verlenen moet het college een afweging van de bij de aanvraag betrokken belangen maken. De rechtbank oordeelt niet zelf of verlening van de omgevingsvergunning in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De bestuursrechter beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden van eisers of het besluit in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het besluit voor eisers onevenredig zijn in verhouding tot de met de verlening van de omgevingsvergunning te dienen doelen.
10. Eisers voeren allereerst aan dat zij als belanghebbenden te laat bij de planvorming over het zonneveld zijn betrokken en hierop te weinig invloed hebben gehad. Er is volgens eisers te weinig rekening gehouden met hun belangen.
11. De rechtbank stelt als eerste vast dat het college aan alle wettelijke verplichtingen die horen bij de uitgebreide voorbereidingsprocedure heeft voldaan. Het ontwerpbesluit heeft ter inzage gelegen en eisers hebben hierop een zienswijze kunnen indienen. Een voorafgaand participatietraject door vergunninghouder (of het college) is niet wettelijk verplicht. Als wel een participatietraject heeft plaatsgevonden kan het college de uitkomsten daarvan meenemen in de belangenafweging die hij moet maken bij het nemen van het besluit op de aanvraag van vergunninghouder.
12. In het verweerschrift en op de zitting heeft het college toegelicht dat er tijdens het participatieproces voorafgaand aan de aanvraag meerdere overlegmomenten, inloopavonden en keukentafelgesprekken zijn geweest. Eisers zijn als omwonenden voor diverse van deze overlegmomenten uitgenodigd. Op de zitting heeft vergunninghouder toegelicht dat eisers drie keer zijn uitgenodigd voor een inloopavond. De eerste uitnodiging is op het adres van eisers bezorgd, maar heeft hen naar eigen zeggen toch niet in goede orde bereikt. Op de andere twee avonden zijn eisers niet geweest. Vergunninghouder heeft wel twee keukentafelgesprekken met eisers gevoerd en naar aanleiding van deze gesprekken wijzigingen in het plan aangebracht. Er zou nog een derde gesprek plaatsvinden, maar dat kon door persoonlijke omstandigheden niet doorgaan. Dat gesprek is toen vervangen door een schriftelijke reactiemogelijkheid.
13. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de motivering van de omgevingsvergunning – waaronder ook begrepen de ruimtelijke onderbouwing en de ‘Nota beantwoording Zienswijzen’ – dat het college de belangen die eisers tijdens het participatietraject en in hun zienswijze naar voren hebben gebracht in de besluitvorming op de aanvraag van vergunninghouder heeft meegewogen. Het college heeft alleen niet aan alle belangen van eisers een doorslaggevende betekenis toegekend. Aan de hand van de volgende beroepsgronden die gaan over de diverse belangen van eisers, zal de rechtbank beoordelen of de omgevingsvergunning in overeenstemming is met het recht.
Ruimtelijke inpasbaarheid
14. Eisers voeren aan dat het zonneveld zorgt voor verdozing van het landschap. Het zonneveld doet met zijn industriële uitstraling volgens eisers afbreuk aan de ruimtelijke en groene structuur van het [plaats] . Zij vinden de containers voor de batterijopslag niet in het open landschap passen. Het zonneveld vormt volgens eisers een grove een grootschalige inbreuk op het karakter van het landschap en is een aantasting voor het woongenot van eisers.
15. In de ‘Nota beantwoording Zienswijze’ heeft het college toegelicht dat met verdozing de realisatie van grote bedrijfshallen in is bedoeld. Daarvan is in dit geval geen sprake. Van het zonneveld maken wel een viertal containers voor batterijopslag onderdeel uit. Door de toepassing van windsingels en landschappelijke hagen worden deze bouwwerken zoveel als mogelijk aan het zicht van omwonenden vanaf de noord-, oost en zuidzijde van het zonneveld onttrokken. De locatie van het inkoopstation en baterijen is aan de [locatie] , omdat de netaansluiting hier zal worden aangelegd. Ook voor het onderhoud is het volgens het college noodzakelijk dat deze technische componenten aan de weg worden geplaatst. De transformatoren zijn door het zonneveld heen opgesteld, zover mogelijk van bestaande bebouwing af. Tussen de woonlocatie van eisers en het zonneveld ligt het [kanaal] . Tussen het [kanaal] en de [locatie] zijn bosschages en bomen gesitueerd die voor eisers ook het zicht op het inkoopstation en de batterijen wegnemen. Gezien de afstand tussen het zonneveld en de woonlocatie van eisers (200 meter), de al bestaande bebossing aan het kanaal en de toe te voegen landschappelijke haag is het volgens het college aannemelijk dat het zonneveld voldoende aan het zicht van eisers wordt onttrokken.
In het plan wordt rekening gehouden met de bestaande kavelstructuren en zichtlijnen. De panelenrijen worden in lijn met de kavelrichting geplaatst. Daarnaast is er halverwege het plangebied een doorzicht opgenomen. In het beplantingsplan worden soorten gebruikt die gebiedseigen zijn. De windsingels en hagen komen ook op andere plaatsen in de omgeving voor als omranding van boomgaarden.
16. De rechtbank kan de motivering van het college waarom hij vindt dat het zonneveld wordt ingepast in het landschap, waarbij het zonneveld zo min mogelijk zichtbaar is voor omwonenden, volgen.
17. Over de situering van de inrit voeren eisers aan dat zij hiervan significante hinder zullen gaan ervaren. Volgens hen zou bij de aanleg van het zonneveld beter de ontsluiting aan de kant van de Provincialeweg gebruikt kunnen worden, dan dat hiervoor aan de [locatie] een nieuwe inrit wordt gemaakt.
18. Deze beroepsgrond lijkt zich in het bijzonder te richten op de bouwfase van het zonneveld. Het college heeft in de ‘Nota beantwoording Zienswijze’ onderkend dat hinder door bouwverkeer bij de realisatie van het zonneveld niet kan worden weggenomen. Maar dit is een tijdelijke situatie. In aanloop naar de realisatiefase zal vergunninghouder in overleg met de toezichthouder van het college een (bouw)veiligheidsplan moeten opstellen waarbij bijvoorbeeld ook de aanrijdroutes zullen worden besproken en vastgelegd. Op deze wijze zal het bouwverkeer worden gereguleerd en tot een minimum worden beperkt. Overigens is er volgens het college ook al een bestaande inrit aan de [locatie] .
19. De rechtbank overweegt in aanvulling op de toelichting van het college dat de routes van en naar de percelen voor het bouwverkeer geen onderdeel uitmaken van de omgevingsvergunning en de rechtmatigheid daarvan daarom ook niet kunnen aantasten.
Veiligheid, geluid en straling
20. Eisers voeren aan dat de stroomopslag vanuit veiligheidsoogpunt te dicht op hun woning en perceel is gesitueerd. Verder stellen zij hinder te gaan ervaren van geluid- en stralingsemissie van het zonneveld.
21. Het college heeft in de ‘Nota beantwoording Zienswijzen’ toegelicht dat de technische componenten van het zonneveld, zoals de batterijen en transformatoren zijn beoordeeld en dat er geen redenen zijn gevonden om te twijfelen aan de (technische) uitvoering hiervan. Zowel het zonneveld als het energieoplagsysteem voldoen aan de daarvoor geldende normen, richtlijnen en veiligheidsvoorschriften. Ook de veiligheidsregio heeft de aanvraag beoordeeld. Op de zitting heeft vergunninghouder toegelicht dat de technische componenten zijn te vergelijken met de transformatorhuisjes die overal in Nederland in woonwijken staan.
22. Het college acht het niet aannemelijk dat voor eisers geluids- of stralingsoverlast zal optreden. De woning van eisers ligt op een afstand van minimaal
200 meter van het zonneveld. In de Handreiking bedrijven en milieuzonering wordt uitgegaan van een richtafstand tussen een transformator en een woning van 30 meter en van 50 meter tussen een inkoopstation en een woning. Ook is gekeken naar andere omgevingsfactoren die invloed kunnen hebben op de eventuele geluidsproductie van het zonneveld, en daarvan is geen sprake.
23. De rechtbank is van oordeel dat het college hiermee voldoende heeft onderbouwd dat het zonneveld voor eisers geen veiligheidsrisico oplevert en dat het niet aannemelijk is dat eisers geluids- of stralingsoverlast zullen ervaren van het zonneveld. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat tussen het zonneveld en de woning van eisers het [kanaal] ligt en de afstand tussen de woning van eisers en het zonneveld minimaal
200 meter bedraagt.
Natuurnetwerk Nederland (NNN)
24. Eisers voeren aan dat een deel van het zonneveld (de hoofdinrit, het inkoopstation en de stroomopslag) in het NNN is gesitueerd.
25. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college met het kaartje dat is opgenomen in de ‘Nota beantwoording Zienswijzen’ aangetoond dat het zonneveld niet in het NNN komt te liggen. Het NNN ligt aan de andere kant van de [locatie] .
26. Eisers kunnen in deze beroepsprocedure alleen opkomen voor hun eigen belangen. De gronden die zij aanvoeren over de belangen van anderen, zoals de eigenaren van vruchtbare landbouwgrond en de capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnetwerk die door anderen worden ervaren, laat de rechtbank daarom bij de beoordeling van de beroepsgronden buiten beschouwing.