In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 11 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen de omgevingsvergunning voor een zonneveld in de gemeente Houten beoordeeld. Eiser, die een fruitteeltbedrijf exploiteert, is van mening dat de omgevingsvergunning negatieve gevolgen zal hebben voor zijn bedrijf. Het college van burgemeester en wethouders heeft de vergunning verleend, ondanks dat het zonneveld in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank onderzoekt of eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt en of zijn beroep ontvankelijk is. De rechtbank concludeert dat eiser, gezien de nabijheid van het zonneveld tot zijn boomgaard, als belanghebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelt vervolgens over de inhoudelijke gronden van het beroep. Eiser voert aan dat de omgevingsvergunning zal leiden tot overlast door verkeersbewegingen, geluid en lichtschittering. De rechtbank stelt vast dat het zonneveld geen onaanvaardbare verkeersoverlast zal veroorzaken en dat de geluidsoverlast van onderhoudsvoertuigen niet significant zal zijn. Ook de lichtreflectie wordt als niet problematisch beoordeeld, mede door de maatregelen die het college heeft genomen.
Daarnaast behandelt de rechtbank de zorgen van eiser over schade door wild en hagelbuien. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de omgevingsvergunning zal leiden tot een toename van schade door wild of hagel. De rechtbank concludeert dat het college de omgevingsvergunning op een zorgvuldige manier heeft verleend, waarbij de belangen van de vergunninghouder en het algemeen belang bij duurzame energie zwaarder wegen dan de belangen van eiser. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de vergunninghouder het zonneveld mag realiseren.