Op 28 juni 2021 heeft eiser een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanleggen van beplanting op een perceel in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Deze vergunning werd op 23 september 2021 verleend door het college van burgemeester en wethouders. De heffingsambtenaar heeft op 31 december 2021 een aanslag van € 750,- opgelegd aan eiser voor leges. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 10 mei 2022. Eiser is vervolgens in beroep gegaan tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft de zaak op 14 maart 2023 behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar terecht leges heeft geheven, omdat de aanvraag omgevingsvergunning correct was behandeld en de leges conform de geldende verordening zijn berekend. Eiser voerde aan dat de leges niet in verhouding stonden tot de kosten voor het planten van bomen, maar de rechtbank oordeelde dat gemeenten zelf de hoogte van leges kunnen bepalen en dat er geen onredelijke heffing was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar de heffingsambtenaar heeft toegezegd het griffierecht van € 49,- te vergoeden aan eiser.