In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor dubbele kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank. Eiseres, de moeder van een zoon die in 2008 is geboren, had op 29 mei 2022 een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag. De aanvraag werd afgewezen op basis van een advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat concludeerde dat er geen sprake was van intensieve zorg. Eiseres voerde in beroep aan dat de zorg voor haar zoon was toegenomen en dat hij niet zonder begeleiding kan functioneren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het CIZ het Beoordelingskader Besluit uitvoering kinderbijslag (Buk) heeft gehanteerd en dat de conclusie van het CIZ, dat de zoon van eiseres op twee functies een punt scoort, niet onjuist was. Eiseres had geen argumenten aangedragen die de zorgvuldigheid van het CIZ-advies in twijfel trokken. De rechtbank oordeelde dat de situatie van de zoon in het verleden anders was, maar dat dit niet betekende dat de huidige afwijzing onterecht was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.