ECLI:NL:RBMNE:2023:1971
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid
In deze zaak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering per 17 augustus 2020. Eiseres had eerder, op 11 november 2019, een beslissing ontvangen van het Uwv waarin werd vastgesteld dat zij per 26 augustus 2019 niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Na een verslechtering van haar gezondheid diende eiseres op 17 augustus 2021 een nieuwe aanvraag in, die door het Uwv op 26 oktober 2021 werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 13 april 2023 behandeld, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar het Uwv vertegenwoordigd was door haar gemachtigde.
De rechtbank oordeelt dat om in aanmerking te komen voor een WIA-uitkering, eiseres minimaal 35% arbeidsongeschikt moet zijn. De rechtbank stelt vast dat het Uwv bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid niet kijkt naar de ziekte van eiseres, maar naar wat zij nog kan verdienen ondanks haar beperkingen. De rechtbank concludeert dat het Uwv zijn besluiten kan baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, mits deze rapporten zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiseres heeft niet aangetoond dat de rapporten niet aan deze vereisten voldoen.
De rechtbank wijst erop dat eiseres zich niet serieus genomen voelt, maar dat haar eigen ervaring van gezondheidsklachten onvoldoende is om de medische beoordeling van het Uwv te weerleggen. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om het medisch onderzoek onzorgvuldig te achten en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep adequaat heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, omdat haar inkomensverlies minder dan 35% bedraagt. Daarom verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en zijn er geen gronden voor een proceskostenveroordeling.