Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2023 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
. [1] Op de zitting heeft het Uwv toegelicht dat er geen telefoonnotities beschikbaar zijn, waaruit zou blijken dat aan eiser bepaalde toezeggingen zouden zijn gedaan. Eiser heeft tijdens de zitting verklaard dat hij hierover met de medewerker destijds op het kantoor van het Uwv heeft gesproken. Ook dit jaar heeft hij met de medewerker nog telefonisch contact gehad. Verder geeft eiser aan dat de rekenhulp uit 2015 ook niet meer te vinden is op de website van het Uwv. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser de toezegging in dit geval niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank stelt vast dat de toezegging van de medewerker van het Uwv niet schriftelijk is vastgelegd en dat eiser de toezegging ook anderszins niet heeft onderbouwd of aannemelijk heeft gemaakt. Daarbij merkt de rechtbank op dat wat de medewerker tussen 2012 en 2015 heeft gezegd niet van toepassing hoeft te zijn voor de berekeningen die in deze zaak in geschil zijn.