ECLI:NL:RBMNE:2023:2191
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van het verzoek om verlenging van de inburgeringstermijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om verlenging van de inburgeringstermijn beoordeeld. Eiseres, die sinds 17 september 2018 inburgeringsplichtig is, heeft op 30 juni 2021 verzocht om verlenging van deze termijn, omdat zij door medische klachten niet in staat zou zijn om aan haar inburgeringsplicht te voldoen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit verzoek afgewezen met een besluit van 11 augustus 2021, en na bezwaar is deze afwijzing bevestigd op 3 augustus 2022.
De rechtbank heeft het beroep op 23 februari 2023 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Eiseres voert aan dat zij door haar medische aandoeningen niet in staat is om in te burgeren en dat haar rol als fulltime huisvrouw met drie jonge kinderen haar verder belemmert. De rechtbank stelt vast dat de minister een medisch advies van Argonaut heeft ingeschakeld, waaruit blijkt dat eiseres niet gedurende drie aaneengesloten maanden geen onderwijs kan volgen. Dit advies wordt door de rechtbank als deskundigenadvies beschouwd en er zijn geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de inhoud ervan.
De rechtbank concludeert dat de minister het verzoek om verlenging van de inburgeringstermijn terecht heeft afgewezen. De omstandigheden van eiseres, zoals de zorg voor haar kinderen en de onregelmatige werktijden van haar partner, zijn al meegenomen in de bepaling van de inburgeringstermijn. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga en is openbaar uitgesproken op 20 maart 2023.