ECLI:NL:RBMNE:2023:2523

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
30 mei 2023
Zaaknummer
10356903
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling koopprijs keuken en weigering inontvangstneming

In deze zaak vordert [eiseres] B.V. betaling van de koopprijs van een op maat gemaakte keuken van € 15.864,00 van [gedaagden c.s.]. De partijen hebben op 2 februari 2022 een koopovereenkomst gesloten, maar de keuken is niet afgeleverd omdat [gedaagden c.s.] de levering hebben uitgesteld naar 2023. [eiseres] heeft meerdere pogingen gedaan om een afleverafspraak te maken, maar [gedaagden c.s.] zijn niet verschenen op de zitting en hebben geen onderbouwing gegeven voor hun annulering van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de koopovereenkomst nog steeds bestaat en dat de vordering tot betaling van de koopprijs nog niet opeisbaar is, omdat de keuken nog niet is afgeleverd. De rechter wijst de vorderingen van [eiseres] af en veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van [gedaagden c.s.].

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 10356903 \ MC EXPL 23-1102
Vonnis van 14 juni 2023
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. H.J. Smit,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen in vrouwelijk enkelvoud te noemen: [gedaagden c.s.] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties, van 20 februari 2023;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van 24 maart 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 17 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
[gedaagden c.s.] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 2 februari 2022 hebben partijen een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de verkoop door [eiseres] aan [gedaagden c.s.] van een op maat gemaakte keuken tegen een koopprijs van € 15.032,00.
2.2.
In de door [gedaagden c.s.] ondertekende orderbevestiging is – voor zover in deze procedure relevant – het volgende opgenomen:
‘Geplande afleverweek is week 23/2022.
(…)
Indien uw keuken op een vaste leverweek is gezet:Dit houdt in dat de monteur voor u is ingepland. De afgesproken leverweek en/of montageweek is niet meer te verzetten.
(…)
De betaling geschiedt netto contant of pin bij aflevering.’
2.3.
Bij e-mail van 8 maart 2022 heeft [eiseres] het volgende aan [gedaagden c.s.] geschreven:
‘Zoals telefonisch besproken verwissel ik de hoge voorraadkast met een variant met binnen lades aangezien het anders niet kan met de sigma style. Uw totaal bedrag op de keuken wordt € 15.864,- i.p.v. € 15.032,-. Graag ontvang ik hierop uw akkoord als reply op dit bericht.’
2.4.
Bij e-mail van 8 maart 2022 heeft [gedaagden c.s.] als volgt op deze e-mail van [eiseres] gereageerd:
‘Bij deze wederom akkoord op de aanpassing’
2.5.
Bij factuur van 16 maart 2022 heeft [eiseres] de koopprijs van de keuken van € 15.864,00 bij [gedaagden c.s.] in rekening gebracht. Op de factuur is de volgende tekst opgenomen:
‘Levering geschied door derden met verzekerde levering, en kan alleen plaatsvinden indien het keukenbedrag, zeven dagen voor de leverdag zichtbaar op rekening [rekeningnummer] staat. (houdt rekening met overschrijftijden van de bank: internet/bank/girobetalingen 7 dagen, (bouw)depot 14 dagen, of per pin (let op pinlimiet) aan de chauffeur wordt voldaan op de dag van levering. Kleine leveringen pinnen in winkel.’
2.6.
Bij e-mail 18 mei 2022 heeft [gedaagden c.s.] het volgende aan [eiseres] geschreven:
‘Helaas moeten we de keuken afzeggen voor nu en uitstellen naar 2023’
2.7.
Bij brief van 1 juni 2022 heeft [eiseres] het volgende aan [gedaagden c.s.] geschreven:
‘Naar aanleiding van uw mail heb ik u een aantal keren geprobeerd te bereiken per mail en telefonisch. Dit heb ik op verschillende datums geprobeerd helaas allen zonder succes. Op 26-05-2022 heb ik een brief vanuit [eiseres] bij uw bezorgd waarin ook word gevraagd om ons te contacteren. Ik probeer met u in contact te komen in verband met uw verzonden mail op 18-05-2022 waarin u aangeeft dat de keuken niet geleverd kan worden op de door uw bepaalde leverweek. U zult vast begrijpen dat dit voor problemen in de planning zorgt aangezien de monteur voor u is ingepland en de keuken reeds besteld is.’
2.8.
Bij e-mail van 1 juni 2022 heeft de transporteur van [eiseres] , [transporteur] , het volgende aan [gedaagden c.s.] geschreven:
‘Via deze mail bevestigen wij u dat uw order met referentienummer [referentienummer] binnenkort door
onze transporteur [transporteur] zal worden geleverd.
De afgesproken leverweek is 23/2022
En de leverdag is gepland op 10-06-2022
[transporteur] zal u één dag voor de afgesproken leverdag een bericht sturen met de levertijd indicatie.’
2.9.
Bij e-mail van 1 juni 2022 heeft [gedaagden c.s.] het volgende aan [transporteur] geschreven:
‘Wij hebben dit een jaar uitgesteld en zijn niet aanwezig die dag’
2.10.
De keuken is niet aan [gedaagden c.s.] afgeleverd.
2.11.
[gedaagden c.s.] is, ondanks sommaties, niet tot betaling van de koopprijs overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijke veroordeling van [gedaagden c.s.] om aan [eiseres] te voldoen:
primair een bedrag van € 16.979,32 (bestaande uit € 15.864,00 aan hoofdsom,
€ 181,68 aan rente tot en met 17 januari 2023 en € 933,64 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 18 januari 2023;
subsidiair, indien vast zou komen te staan dat [gedaagden c.s.] de overeenkomst heeft geannuleerd, het volledige bedrag van € 16.979,32 (bestaande uit € 15.864,00 aan hoofdsom, € 181,68 aan rente tot en met 17 januari 2023 en € 933,64 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 18 januari 2023, nu de schade hoger ligt dan 70%;
meer subsidiair, indien vast zou komen te staan dat [gedaagden c.s.] de overeenkomst heeft geannuleerd conform artikel 10 lid 1 van de algemene voorwaarden, 70% van het factuurbedrag, te weten € 11.104,80, alsmede de incassokosten van € 933,64 en de wettelijke rente vanaf de verzuimdatum (7 juli 2022) over € 11.104,80;
een en ander met hoofdelijke veroordeling van [gedaagden c.s.] in de proceskosten inclusief nakosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt [eiseres] – kort gezegd – het volgende. [gedaagden c.s.] heeft een op maat gemaakte keuken bij [eiseres] gekocht. De keuken staat klaar voor transport. [eiseres] heeft meerdere malen contact proberen op te nemen met [gedaagden c.s.] om een afspraak voor aflevering in te plannen, zowel telefonisch, per e-mail als via een bezoek bij [gedaagden c.s.] thuis. Het is echter niet gelukt om een afleverafspraak met [gedaagden c.s.] te maken. [gedaagden c.s.] verhindert de afname. [eiseres] vordert primair nakoming van de koopovereenkomst en betaling van het factuurbedrag. Haar verplichting tot levering van de keuken schort zij op totdat er is betaald. [eiseres] heeft [gedaagden c.s.] meermaals aangemaand om tot betaling over te gaan. [gedaagden c.s.] hebben hieraan geen gevolg gegeven en zijn daardoor in verzuim geraakt.
3.3.
[gedaagden c.s.] is het niet eens met de vorderingen. Zij is slachtoffer van de toeslagaffaire en heeft een compensatie gekregen. Van die compensatie heeft zij een keuken bij [eiseres] besteld. De compensatie is vervolgens ingetrokken en uitgesteld tot 2026. Daarnaast is de schuldenstop die door de toeslagaffaire is ingesteld, beëindigd. Hierdoor kon [gedaagden c.s.] de keuken niet meer betalen. Daarom hebben zij de keuken voor de leverdatum geannuleerd. De keuken is ook niet geleverd.

4.De beoordeling

4.1.
Vast staat dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen die ziet op de verkoop door [eiseres] aan [gedaagden c.s.] van een op maat gemaakte keuken tegen een koopprijs van € 15.864,00. Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagden c.s.] deze koopprijs aan [eiseres] moet betalen.
4.2.
[gedaagden c.s.] stelt dat zij de koopovereenkomst heeft geannuleerd. [eiseres] heeft dit betwist. [gedaagden c.s.] heeft niet onderbouwd op grond waarvan zij bevoegd is om de overeenkomst te ‘annuleren’. Zij is ook niet op de mondelinge behandeling verschenen om dit nader toe te lichten. Bovendien volgt uit de e-mails van 18 mei 2022 en 1 juni 2022 niet dat [gedaagden c.s.] de koopovereenkomst heeft willen annuleren, maar slechts dat zij de aflevering van de keuken wilde uitstellen naar 2023. Dit alles betekent dat de koopovereenkomst tussen partijen naar het oordeel van de kantonrechter nog steeds bestaat. De vorderingen van [eiseres] onder b. en c. kunnen daarom al niet worden toegewezen.
4.3.
Omdat de koopovereenkomst tussen partijen nog bestaat, is [eiseres] nog steeds verplicht om de keuken af te leveren en is [gedaagden c.s.] nog steeds verplicht om de koopprijs te betalen.
4.4.
[eiseres] vordert in deze procedure betaling van de koopprijs. De vraag is op welk moment [eiseres] betaling van de koopprijs kan vorderen. Anders gezegd: is de vordering tot betaling van de koopprijs al opeisbaar? In artikel 7:26 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat bij een koopovereenkomst de betaling moet geschieden ten tijde en ter plaatse van de aflevering. In de orderbevestiging en de factuur van de keuken is deze wettelijke regeling bevestigd, omdat daarin is opgenomen dat betaling bij aflevering aan de chauffeur kan plaatsvinden.
4.5.
Het voorgaande komt erop neer dat aflevering van de keuken en betaling van de koopprijs plaats moeten vinden door middel van ‘gelijk oversteken’. [eiseres] kan pas betaling van de koopprijs vorderen (de koopprijs is pas opeisbaar) op het moment dat zij de keuken aan [gedaagden c.s.] aflevert. Aflevering heeft in deze zaak echter nog niet plaatsgevonden. Weliswaar is dat het gevolg van de weigering van [gedaagden c.s.] om een afleverafspraak in te plannen, maar dat betekent nog niet dat de koopprijs daardoor opeisbaar is geworden. Bij een weigering van [gedaagden c.s.] om de keuken af te nemen, staan [eiseres] een aantal wegen open. Zij kan aandringen op nakoming, maar dan geldt het beginsel van ‘gelijk oversteken’ en is zij afhankelijk van de medewerking van [gedaagden c.s.] . [eiseres] kan ook het standpunt innemen dat [gedaagden c.s.] weigert de keuken in ontvangst te nemen en de weg bewandelen van artikel 7:32 e.v. BW, dan wel die van artikel 6:265 e.v. BW, voor zover daarvan in artikel 7 van de algemene voorwaarden niet ten voordele van de koper is afgeweken.
4.6.
[eiseres] heeft zich in de dagvaarding en tijdens de mondelinge behandeling nog op het standpunt gesteld dat zij haar verplichting tot aflevering van de keuken heeft opgeschort. De kantonrechter ziet de relevantie van dit verweer niet in. Een beroep op een opschortingsrecht ter zake de verbintenis tot aflevering, wat daar verder ook van zij, heeft niet tot gevolg dat de daartegenover staande verbintenis (tot betaling van de koopprijs) opeisbaar wordt.
4.7.
De conclusie is dat ook de vordering van [eiseres] onder a. wordt afgewezen, omdat de vordering tot betaling van de koopprijs nog niet opeisbaar is. Dit betekent dat ook de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten als nevenvorderingen niet zullen worden toegewezen.
4.8.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden c.s.] worden begroot op nihil, omdat zij zich niet heeft bij laten staan door een gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagden c.s.] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.
45353