ECLI:NL:RBMNE:2023:2569
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het aanleggen van een uitweg ten koste van een openbare parkeerplaats
In deze zaak heeft eiser op 4 januari 2022 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om een parkeerplaats te realiseren op zijn perceel in de gemeente Gooise Meren. De aanvraag vereiste een aanpassing van de openbare weg, maar het college van burgemeester en wethouders heeft op 19 april 2022 de vergunning geweigerd. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar het college handhaafde zijn besluit op 30 november 2022, met de motivering dat de aanleg van de uitweg ten koste zou gaan van een openbare parkeerplaats. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 2 juni 2023 het beroep behandeld en geoordeeld dat de weigering van de omgevingsvergunning terecht was. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van eiser enkel betrekking had op de uitweg en niet op het parkeren in de voortuin, wat niet onlosmakelijk verbonden is met de uitweg. De rechtbank oordeelt dat de weigering van de vergunning op basis van de APV van de gemeente Gooise Meren gerechtvaardigd is, omdat de aanleg van de uitweg een openbare parkeerplaats zou doen vervallen zonder dat er een noodzaak voor de uitweg is aangetoond.
Eiser voerde aan dat er sprake was van strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat andere vergelijkbare aanvragen wel waren goedgekeurd. De rechtbank oordeelt echter dat de gevallen niet gelijk zijn en dat de weigering van de vergunning niet willekeurig is. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt verworpen, omdat er geen toezeggingen zijn gedaan die de verwachting van eiser konden rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van het college.