ECLI:NL:RBMNE:2023:2588

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 mei 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
22/2462
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betalen griffierecht en verzoek om schadevergoeding

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 1 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van 2 februari 2022 behandeld. De zitting vond plaats via een MSTeams-verbinding op 20 maart 2023, waarbij eiseres niet zelf aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door haar gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels. De verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente, was niet verschenen. De rechtbank oordeelt dat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Eiseres had een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar de rechtbank oordeelt dat de onderbouwing hiervan onvoldoende was. De griffierechtnota was op naam van de B.V. van de gemachtigde gesteld, wat volgens de rechtbank correct was, aangezien de correspondentie via de gemachtigde liep. Eiseres had slechts een deel van het griffierecht betaald en de rechtbank concludeert dat er geen geldige reden was voor het niet tijdig betalen van het volledige bedrag.

Daarnaast heeft eiseres verzocht om een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank verwijst naar de regels van de Hoge Raad en concludeert dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, aangezien de termijn voor de uitspraak binnen de gestelde grenzen is gebleven. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat de inhoudelijke behandeling van de zaak niet plaatsvindt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 22/2462

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 mei 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] , verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van
2 februari 2022.
De zitting heeft middels een MSTeams verbinding plaatsgevonden op 20 maart 2023. Eiseres is zelf niet verschenen, maar haar gemachtigde wel. Verweerder is, met bericht, niet verschenen.

Overwegingen

1. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 8:41, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) griffierecht betalen. De griffier stelt op grond van artikel 8:41, vierde en vijfde lid, van de Awb een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Dat betekent in dit verband dat het hele bedrag binnen die termijn is bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dat het binnen die termijn is betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, verklaart de rechtbank op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als eiseres een geldige reden heeft waarom zij het griffierecht niet (op tijd) heeft betaald. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
2. Beoordeeld moet worden of aan het niet (op tijd en/of volledig) betalen van het griffierecht omstandigheden ten grondslag hebben gelegen op grond waarvan moet worden geoordeeld dat eiseres ter zake niet in verzuim is geweest.
3. Bij brief van 13 juli 2022, ontvangen door de rechtbank op 21 juli 2022, is door de gemachtigde een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Ter onderbouwing hiervan heeft hij verschillende brieven van rechtbanken en een draagkrachtverklaring van zijn vennootschap [vennootschap] overlegd. Dit verzoek is naar het oordeel van de rechtbank terecht bij brief van 18 augustus 2022 afgewezen. Aangezien gemachtigde namens eiseres beroep heeft ingesteld, is de financiële positie van eiseres van belang. Een onderbouwing daarvan is achterwege gebleven.
4. In beroep is – voor zover van belang – verder het volgende aangevoerd:
De griffierechtnota’s staan op naam van de B.V. van de gemachtigde in plaats van op naam van eiseres (p/a het postadres van de B.V. van de gemachtigde);
Het adres van het desbetreffende object staat niet op de griffierechtnota’s.
Ad a) en b) tenaamstelling en gegevens griffierechtnota
5. Eiseres heeft aangevoerd dat de griffierechtnota op haar naam gesteld had moeten
worden en niet op naam van de B.V. van haar gemachtigde. De gemachtigde heeft in de beroepsprocedure verzocht om de nota aan te passen. Volgens de gemachtigde willigen andere rechtbanken verzoeken om aanpassing van de griffierechtnota’s wel in.
6. De rechtbank overweegt dat de griffierechtnota en de betalingsherinnering aan
mr. D.A.N. Bartels zijn verzonden naar het postadres van zijn B.V. Wanneer een beroepschrift wordt ingediend door een gemachtigde loopt de correspondentie van de rechtbank via de gemachtigde. Dit geldt ook voor de griffierechtnota en de betalingsherinnering. Nu [vennootschap] in de persoon van mr. D.A.N. Bartels optreedt voor eiseres, acht de rechtbank de tenaamstelling en adressering van zowel de nota als de herinnering juist.
7.1
De rechtbank overweegt verder dat op zowel de griffierechtnota als de betalingsherinnering onder “kenmerk van uw zaak” het zaaknummer van het ingestelde beroep is vermeld en de namen van eiseres en verweerder alsmede de term ‘rioolheffing’. In de griffierechtnota en de betalingsherinnering is verder vermeld dat beroep is ingesteld bij de rechtbank Midden-Nederland en is – voor zover mogelijk – het object waar het om gaat vermeld. Voor zover gemachtigde stelt dat hij uit de door de rechtbank op 1 juli 2022 doorgestuurde op de zaak betrekking hebbende stukken van verweerder opmaakt dat ook andere heffingen dan rioolheffingen aan de orde zouden komen en hij daarom verwachtte dat de zaak gesplitst zou worden en er nadere nota’s verstuurd zouden worden, merkt de rechtbank op dat in die stukken daarvoor geen aanleiding gevonden kan worden.
7.2
De rechtbank oordeelt dat er voldoende informatie op de griffierechtnota en de
betalingsherinnering staat om vast te kunnen stellen om welk object en welke zaak het gaat. Dat het voor de bedrijfsvoering van gemachtigde van eiseres beter uit zou komen als de nota anders zou zijn vormgegeven of meer informatie zou bevatten of dat eiseres vindt dat de nota op haar naam moet worden gesteld, maakt niet dat de nota onjuist is. Het is de verantwoordelijkheid van de gemachtigde, die namens eiseres het beroep heeft ingesteld om voor de betaling van het griffierecht zorg te dragen en eiseres alle daarvoor benodigde informatie te verschaffen. Dat de gemachtigde dat heeft nagelaten komt voor zijn rekening en risico. Dat andere rechtbanken mogelijk een andere praktische werkwijze hebben, betekent niet dat deze rechtbank gehouden is deze zonder meer te volgen.
8. De griffier heeft bij aangetekende brief van 18 augustus 2022 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht van € 360,- te betalen binnen vier weken na de dagtekening van die brief. De rechtbank heeft via de Track&Trace van PostNL vastgesteld dat de brief door of namens de gemachtigde van eiseres op 19 augustus 2022 is afgehaald bij een PostNL-locatie. Eiseres heeft op 8 augustus 2022 een bedrag van € 50,- betaald en op 15 september 2022 een bedrag van € 50,-. In totaal heeft eiseres dus een bedrag van € 100,- betaald.
9. Eiseres heeft het griffierecht niet volledig betaald.
10. Gelet op het voorstaande is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld.
Overschrijding redelijke termijn
11. Bartels heeft verzocht om een vergoeding voor immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.
12. De rechtbank gaat bij de beoordeling van dit verzoek uit van de regels die de Hoge Raad hiervoor heeft gegeven in het overzichtsarrest van 19 februari 2016 [1] en in zijn latere uitspraken.
13. Het is niet uitgesloten dat in een procedure over een niet-ontvankelijk beroep een vergoeding kan worden toegekend voor geleden immateriële schade. Op grond van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) moeten belastinggeschillen immers binnen een redelijke termijn worden berecht. Er geldt dan wel als voorwaarde dat sprake is van een situatie waarin het geschil inhoudelijk aan de rechter is voorgelegd. Aan die voorwaarde is niet voldaan als er geen toereikende machtiging is overlegd. De rechtbank verwijst hiervoor naar een arrest van de Hoge Raad van 2 december 2016 [2] . Uit dat arrest volgt dat er in beginsel geen uitspraak hoeft te worden gedaan over een verzoek tot toekenning van immateriële schadevergoeding wegens een overschrijding van de redelijke termijn, als het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens het niet-betalen van griffierecht.
14. Dat is slechts anders als de rechtbank uitspraak doet op het beroep nadat sinds het instellen van het beroep meer dan anderhalf jaar is verstreken. Gelet op het feit dat de termijn op 7 maart 2022 is aangevangen - op het moment van ontvangen van het beroepschrift - en de rechtbank uitspraak doet op 1 mei 2023 - is er geen sprake van een overschrijding van de redelijke termijn. Het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt dan ook afgewezen.
15. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van
O. Asafiati, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.