Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[procesdeelnemer I] B.V.,
2.
[procesdeelnemer II] B.V.,
1.[procesdeelnemer I] B.V.,
2.
[procesdeelnemer II] B.V.,
1.De procedures
- de door [procesdeelnemers I en II] op 14 april 2023 ingediende producties 31 tot en met 36;
- de door [procesdeelnemers I en II] op 14 april 2023 ingediende producties 31 tot en met 36;
2.De geschillen en de beoordeling
spin-offswaarbij [procesdeelnemer II] betrokken was, is [onderneming 1] B.V. (hierna: [onderneming 1] ). [procesdeelnemer II] hield vanaf circa 2006 tot 18 december 2017 45.001 aandelen in [onderneming 1] . [A] was degene die als zogenoemde
investment managernamens [procesdeelnemer II] de contacten onderhield met de statutair bestuurder van [onderneming 1] , [B] (hierna: [B] ) en met de andere aandeelhouders. [procesdeelnemer III] heeft uit hoofde van zijn functie regelmatig aandeelhoudersvergaderingen van [onderneming 1] bijgewoond en juridische werkzaamheden ten behoeve van [onderneming 1] verricht. Een andere
spin-offwaarin [procesdeelnemer II] en [procesdeelnemer I] in de relevante periode beiden aandelen hielden was het veel kleinere [onderneming 2] B.V. (hierna: [onderneming 2] ).
[onderneming 3](hierna: [onderneming 3] ) over een mogelijke overname van [onderneming 1] . De opzet was dat [onderneming 1] met [onderneming 2] en twee andere rechtspersonen van [B] zou overgaan naar een nieuw op te richten vennootschap. [B] heeft [A] en [procesdeelnemer III] ingekopieerd in een bericht aan [onderneming 3] van 19 juni 2017 waarin onder meer staat dat [onderneming 3] de nieuwe vennootschap (volgens [procesdeelnemer III] , volgens [procesdeelnemers I en II] ging het alleen om [onderneming 1] ) vooralsnog had gewaardeerd op € 25 miljoen. [A] heeft op 26 juni 2017 de raad van commissarissen van [procesdeelnemer II] op de hoogte gesteld van deze onderhandelingen. In dat bericht noemt hij een indicatieve waarde van € 20 miljoen voor [onderneming 1] en de drie andere rechtspersonen, wat volgens hem correspondeert met € 5 miljoen voor het belang van [procesdeelnemer II] . Medio oktober 2017 wordt duidelijk dat een verkoop aan [onderneming 3] er niet inzit.
discountsheeft toegepast. [A] heeft diezelfde dag de raad van commissarissen van [procesdeelnemer II] en van [procesdeelnemer I] bericht dat de deal met [onderneming 3] niet doorgaat en in hetzelfde bericht toestemming gevraagd voor onderhandelingen met [B] over de verkoop van het belang van [procesdeelnemer II] in [onderneming 1] aan [onderneming 1] zelf voor een bedrag van rond de € 2 miljoen (€ 5,1 miljoen voor 100%) en de verkoop van het belang van [procesdeelnemer I] voor € 60.000 á € 70.000. De raad van commissarissen heeft kort daarna deze toestemming verleend, waarbij twee van de drie commissarissen hebben opgemerkt dat zij de bij de verkoopprijs gebruikte multiple van 8 maal de genormaliseerde jaarwinst wel aan de lage kant vonden.
stocksplithadden [procesdeelnemer IV] en [onderneming 4] ieder 3.850.000 aandelen, maar hun belang in [onderneming 1] was niet veranderd, namelijk ieder 5,03%.
spin-off,hierna: [onderneming 7] ). [onderneming 6] heeft voor haar onderzoek schriftelijk vragen aan [procesdeelnemer III] gesteld en twee keer met [procesdeelnemer III] gesproken. Op 23 november 2022 heeft [onderneming 6] haar onderzoeksresultaten gerapporteerd aan [procesdeelnemers I en II] (hierna: het rapport van [onderneming 6] ).
discounts;
- uit de spectaculaire waardestijging na de verkoop (zie 2.8 en2.9).
BV:
Values [onderneming 1] around 25m €
- Management team [onderneming 1] will be instrumental in finding/(possibly) integrating new entities and should stay on board.
- a board team will be set up to coordinate this activity
[B (voornaam)] will be CEO of this board team
[A (voornaam)] ( business development ) will be play a role in board team. Possible also [procesdeelnemer III (voornaam)] ( [.] ).”
spin-offs. De aan- en verkoopprijzen in verband met aandelentransacties door de vennootschap van [procesdeelnemer III] zijn echter niet in geschil en ook niet dat twee maal daarvoor toestemming van de raad van commissarissen is gevraagd en gekregen. Ook de bewoordingen van betreffende regels zijn niet in geschil. De uitleg en toepasselijkheid van die regels zijn wel in geschil, maar daarover zullen de gevraagde gegevens geen duidelijkheid verschaffen. Gezien deze omstandigheden valt niet in te zien dat de gevraagde data nodig zijn voor een behoorlijke rechtsbedeling.