Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
primairten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en voert daartoe het volgende aan.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
en,
medeplichtig bij opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
niethet jeugdstrafrecht dient te worden toegepast.
strafblad) van [verdachte] van 29 maart 2023. Uit deze documentatie blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank neemt het strafblad daarom niet mee in haar overweging over de strafmaat.
- een reclasseringsadvies van 1 februari 2022, opgesteld door mevrouw S. Dijkslag, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, en
- een reclasseringsadvies van 2 mei 2023, opgesteld door mevrouw S. Dijkslag, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
geentoepassing geven aan het jeugdstrafrecht. Bij dat oordeel betrekt de rechtbank voorts dat ook de reclassering een nadere (pedagogische) interventie niet aangewezen acht.
9.VOORLOPIGE HECHTENIS
10.BESLAG
11.BENADEELDE PARTIJ
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
primairten laste gelegde;
- verklaart het
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
de teruggaveaan verdachte van de volgende voorwerpen:
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 30.716,39;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 30.716,39 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 188 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
ten gevolge waarvan brand is ontstaan en/of (vervolgens) een steen, althans een voorwerp, tegen het (slaapkamer)raam van voornoemde woning heeft gegooid en/of het (slaapkamer)raam van voornoemde woning heeft vernield, terwijl daarvan gemeen gevaar voor (alle goederen in en om) die woning en/of aangrenzende gebouwen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor in die woning en omliggende woningen/gebouwen aanwezige personen, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen te duchten was en het feit de dood van voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;
(art. 45 jo art. 47 jo artikel 157 sub 1 en sub 2 WvSr)
(art. 48 jo art. 157 sub 1 en sub 2 WvSr)
Op eerdergenoemde dag, datum en omstreeks 04.39 uur, waren wij ter plaatse op bovengenoemde locatie. Wij zagen dat de woning al compleet onder rook stond en dat de rook uit de gehele woning kwam.
Tevens zagen wij dat er veel vlammen zichtbaar waren in de gang van de woning.
Ik zag dat ook de achterzijde van de woning van boven tot beneden onder de rook stond en dat dit via diverse kozijnen naar buiten kwam. [2]
Op eerdergenoemde dag, datum en omstreeks 04.59 uur, werd het eerste slachtoffer door de brandweer uit de woning gehaald en overgedragen aan het eerste ambulance team. Ik, [verbalisant 1] , zag dat dit slachtoffer een vrouw betrof. Ik zag dat haar lichaam zwart geblakerd was en dat zij reanimatie behoeftig was. Ik, [verbalisant 1] , ben hierop direct de reanimatie gestart.
- er brand achter de voordeur was;
- een kledingrek achter de voordeur stond en de voordeur daardoor niet open kon;
- twee slachtoffers aan de voorzijde van de woning op de eerste verdieping lagen:
- de vrouw op bed lag;
- de man onder het raam op de grond lag, naast het bed.
Via GBA en de foto's uit het rijbewijsregister heb ik, [verbalisant 3] , beide slachtoffers herkend als de beide ingeschreven bewoners van de [adres 2] , te weten:
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] -1972
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 3] -1972 [4]
wordt verklaard door inademing van roet en verbrandingsproducten. [5]
informatie) worden verklaard door vergiftiging door koolstofmonoxid en/of andere brandgassen als gevolg van inademing van brandrook. Een andere doodsoorzaak is
niet gebleken. [6]
Het aangetroffen brandbeeld in de woning toonde aan dat:
- er slechts één (1) brandhaard was: op de vloer, direct achter de voordeur.
- alle vertrekken van de woning (behalve de zolder) behoorlijke schade hadden door hete rookgassen.
- alle brand indicatoren wezen op een stroming van hete rookgassen vanuit de hal (brandhaard). [7]
Gezien onze bevindingen achtten wij het navolgende de kennelijke brandverloop:
-De dader (s) hebben een ontbrandbare vloeistof door de brievenbus de woning in gebracht en deels buiten over de vloermatten uitgeschonken.
- Dit is vervolgens aangestoken
- Hierdoor is de brand in de woning gestart, maar ook is er een kleine brand geweest voor de brievenbus en op de vloer aan de buitenzijde.
- De buitenbrand is gezien de beperkte schade niet gaan uitbreiden.
- Achter de brievenbus hing een gordijn en kort daarachter was tegen de muur een kapstok gesitueerd met diverse kledingstukken waaronder motorjassen
- Het gordijn en de kledingstukken zijn vervolgens gaan branden. Hierdoor ontstond [8]
- de brand kreeg via de inmiddels kapotte ruiten verse lucht, cq zuustof toevoer.
- De hete rookgassen hebben zicht verspreid over de kamers op de begane grond en de eerste verdieping, alwaar de bewoners lagen te slapen.
- De open trapopgang naar de eerste etage heeft gewerkt als schoorsteen effect, waardoor de hete rookgassen snel konden stijgen en er lucht werd aangevoerd naar de brandhaard, via de vernielde ruit(en) in de voorgevel.
- De slapende bewoners werden kennelijk pas wakker toen de brand al verder ontwikkeld was.
- Gezien de roet aftekening op de wanden was er een zeer laag hangende, laag van hete rookgassen en hadden de bewoners al langere tijd rookgassen ingeademd (vermoedelijke koolstofmonoxide vergiftiging)
- Door de hete rookgassen en vuur beneden aan de trap konden de bewoners niet vluchten en waren zij waarschijnlijk sterk gedesoriënteerd als zij nog bij kennis waren.
Gezien onze bevindingen, alsmede de camera beelden is hier sprake van brandstichting. Door de brand is er ernstige schade ontstaan aan de woning en de bezittingen van de bewoners. De aangetroffen bewoners werden reanimatie behoeftig aangetroffen, ten gevolge van de brand. De bewoners zijn kort hierop overleden in het ziekenhuis. De voorlopige sectie bevinden bevestigen dat de bewoners kennelijk zijn overleden door de gevolgen van de brand; verwikkeling van het inademen van (hete) rookgassen, roet en verbrandingsproducten (zoals koolstofmonoxide). Zodoende achtten wij dat hier sprake is van opzettelijke brandstichting waarbij levensgevaar voor anderen te duchten was en waarbij ten gevolge van de brand twee personen zijn overleden.
AAMZ4657NL In het monster zijn vluchtige stoffen aangetoond die afkomstig zijn van motorbenzine.
AAMZ4658NL In het monster zijn. vluchtige stoffen aangetoond die afkomstig zijn van motorbenzine
. [11]
- Donkerkleurige pet
- Donkerkleurige vest
- Donkerkleurige broek
- Nike schoenen
- Donkerkleurige handschoen draagt
- licht getint;
- gezet postuur;
- tussen de 20 en 25 jaar oud;
- Bodywarmer-achtige blauwe jas met zwarte/grijze mouwen, capuchon en wit logo op de linkerborst;
- Vermoedelijk donkergroene/grijze broek;
- Zwarte Nike schoenen met witte zolen en wit omlijnd Nike logo;
- Padding/vulling doorstiksels in rugpand in Tabel 6.1
- Zoomlijn in Tabel 6.2
- Schouderpas of juk stuk en typerende stiksels in schoudergebied in Tabel 6.3
- Armsgat & Mouw in Tabel 6.4
- Pasvorm jas (maat en verhoudingen van de jas in verhouding tot het lichaam) in Tabel 6.5
- Deelnaden mouw in Tabel 6.6
- Zakken & Plaatsing zakken in Tabel 6.7
- Logo in Tabel 6.8
- Plaatsing logo in Tabel 6.9
- Capuchon en onderkleding en pet met klep in Tabel 6.10
- Broek details in Tabel 6.11
- Broek pasvorm in Tabel 6.12
Wanneer de waarnemingen worden beschouwd in het kader van de volgende elkaar uitsluitende hypothesen:
H1. De kledingstukken zichtbaar op de foto’s van de locaties zijn dezelfde kledingstukken
H2. De kledingstukken zichtbaar op de foto’s van de locaties zijn verschillende kledingstukken
kan het volgende worden geconcludeerd:
De bevindingen van het onderzoek zijn waarschijnlijker wanneer de kleding op de drie locaties dezelfde kledingstukken zijn dan wanneer het om verschillende kledingstukken gaat.
Deze conclusie kan worden getrokken wegens het unieke karakter van het logo dat zichtbaar is op de jas op twee van de drie locaties in combinatie met de schoenen. Dit geldt voor de locaties Supermarkt en Tankstation.
Op de locatie [locatie] zijn schoenen te zien die uit twee kleuren bestaan. Hierop is het Nike-logo niet zichtbaar en ook het logo van de jas is niet zichtbaar. Hierdoor kan het net zo goed om soortgelijke kleding gaan, daar de unieke kenmerken ontbreken die de kleding moeten kunnen identificeren.
KL18 Om 04:30:47 uur komt een rode personenauto van rechts het beeld in rijden en rijdt op de [straat 4] in de richting van de [locatie] te Hilversum. (foto 6) [82] KL18 Om 04:35:02 uur is op de beelden te zien dat een rode personenauto met zeer hoge snelheid uit de richting van de [locatie] komt rijden en rijdt over de [straat 4] in de richting van de [straat 9] te Hilversum. [83]
Door deze ANPR camera is op 28 mei 2021 te 04:37:33 uur het kenteken [kenteken] geregistreerd vanaf de voorzijde van de auto. [85]
Ik zag dat de personenauto (rood omcirkeld) inderdaad op de camerabeelden was vastgelegd en dat deze met hoge snelheid over de [straat 4] reed in de richting van de [locatie]
Ik zag dat de personenauto met hoge snelheid door reed over de kruising in de richting van de [straat 5] en net voorbij de kruising de remlichten oplichtten. (rood omcirkeld) Ik vond dat opvallend, omdat de volgende afslag pas 150 meter verderop is en het ondanks de hoge snelheid niet logisch was om daar al te remmen. [86]
Aan de hand van deze camerabeelden kon ik opmaken dat de rode personenauto niet over de [straat 4] voorbij de [straat 5] was gereden tussen 03.50 uur en 05.05 uur en dat deze mogelijk ter hoogte van de [locatie] op de [straat 4] gekeerd was. [87]