Beoordeling door de rechtbank
4. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het Uwv terecht bepaald dat eiseres met ingang van 28 december 2020 niet meer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Eiseres krijgt dus geen gelijk in deze beroepszaak. De rechtbank licht dit oordeel hieronder toe.
5. Eiseres heeft op zondag 11 december 2022 om 00:11 uur, een dag voor de zitting op dinsdag 13 december 2022, nieuwe stukken ingediend. Het gaat om een aanvullend beroepschrift en zes foto’s. Dit is in strijd met artikel 8:58, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarin staat dat een partij tot tien dagen voor de zitting nadere stukken in kan dienen. Eiseres is hier ook op gewezen in de uitnodiging voor de zitting. Als een stuk niet binnen de daarvoor gestelde termijn is ingediend, is het aan de rechtbank om te beslissen of de goede procesorde zich ertegen verzet dat het desbetreffende stuk bij de beoordeling kan worden betrokken. De rechtbank vindt dat dat hier het geval is. In het beroepschrift zijn beroepsgronden aangevoerd die eerder aangevoerd hadden kunnen worden. De beroepsgronden gaan namelijk over een standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat zij al in haar rapportages van 30 december 2021 en 25 februari 2022 heeft ingenomen. Daar komt bij dat het Uwv de aanvullende beroepsgronden, voor de zitting van 13 december 2022, niet meer ter beoordeling heeft kunnen voorleggen aan de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De conclusie is dat de rechtbank het aanvullend beroepschrift van 10 december 2022 en de overgelegde foto’s niet betrekt bij haar oordeel in deze zaak.
Zorgvuldigheid medisch onderzoek
6. Eiseres voert aan dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is verricht omdat het medisch onderzoek in de primaire fase niet is verricht door een geregistreerd verzekeringsarts.
7. Deze beroepsgrond slaagt niet. Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) volgt dat voor de fase van de primaire besluitvorming geen aanleiding is om een rapport van een niet als verzekeringsarts geregistreerde arts als onzorgvuldig aan te merken, als een verzekeringsarts in zijn hoedanigheid van mentor of begeleider dit rapport met zijn handtekening voor zijn rekening heeft genomen.Uit het rapport van 22 oktober 2020 volgt dat primaire arts Van Elsäcker het dossier heeft bestudeerd en eiseres tijdens een fysiek spreekuur heeft gesproken en lichamelijk heeft onderzocht. Het rapport van 22 oktober 2020 is medeondertekend door verzekeringsarts Kraft. Onder het rapport is vermeld dat het sociaal medisch oordeel is getoetst en akkoord is bevonden door verzekeringsarts Kraft. Naar het oordeel van de rechtbank is deze handelswijze algemeen geaccepteerd en in overeenstemming met de rechtspraak van de CRvB. Daar komt nog bij dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapportage van 30 december 2021 vermeldt dat zij de bevindingen van de primaire arts herhaalt en dat zijn onderzoek is verricht conform het onderzoekprincipe van inspectie, palpatie en functie. Gelet op de wijze waarop het onderzoek door de primaire arts is uitgevoerd zou de verzekeringsarts bezwaar en beroep het lichamelijk onderzoek op dezelfde wijze hebben verricht en beschreven. Volgens verzekeringsarts bezwaar en beroep is op de waarneming en de inspectie van de primaire arts niets af te dingen en had zij dit onderzoek niet anders of beter kunnen doen. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om het medisch onderzoek onzorgvuldig te achten.
Staan (rubriek 5.3) en staan tijdens het werk (rubriek 5.4)
8. Eiseres voert aan dat haar klachten en beperkingen zijn onderschat. Zij meent dat haar gezondheidssituatie ten opzichte van 2013 is verslechterd en dat zij meer arbeidsongeschikt is. Eiseres stelt dat zij in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) van
22 oktober 2020 ten onrechte niet langer beperkt is geacht bij het item ‘staan’ en ten onrechte licht beperkt is geacht bij het item ‘staan tijdens het werk’. Hierover is geen medische informatie opgevraagd door de verzekeringsarts (bezwaar en beroep).
9. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in haar rapportages van 22 februari 2022 en de aanvullende rapportage van 19 mei 2022 duidelijk uitgelegd hoe zij tot haar beoordeling is gekomen. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
10. In de FML van 23 oktober 2013 werd eiseres licht beperkt geacht bij het item ‘staan’ en werd zij beperkt geacht bij het item ‘staan tijdens het werk’. Zij kon ongeveer een half uur achtereen staan en ongeveer twee tot vier uur verdeeld over de werkdag staan tijdens het werk. In de FML van 22 oktober 2020 is de beperking voor staan komen te vervallen en wordt eiseres licht beperkt geacht ten aanzien van ‘staan tijdens het werk’. Volgens de toelichting kan zij zo nodig gedurende de helft van de werkdag ongeveer vier uur staan. In de rapportage van 25 februari 2022 heeft verzekeringsarts bezwaar en beroep toegelicht dat eiseres haar conditie op peil houdt door twee keer per week oefeningen te doen in de sportschool. Dit betekent volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat eiseres langduriger kan staan dan door eiseres wordt ervaren. Ook tijdens het uitlaten van haar honden moet eiseres in de regel frequent stilstaan volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Bij het lichamelijk onderzoek verricht door de primaire arts zijn geen oedemen rond de enkels en benen waargenomen. Eiseres had tijdens het onderzoek een vlotte motoriek, stond soepel op en liep soepel naar de onderzoeksbank bij waarneming door de primaire arts. De aanwezigheid van normale pulsaties geven geen aanleiding om de beperking voor staan van een half uur, die in 2013 is aangenomen, voort te zetten. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft deze toelichting ook te gelden voor de lichte beperking voor ‘staan tijdens het werk’. In haar rapportage van 19 mei 2022 vermeldt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat tijdens het lichamelijk onderzoek geen spieratrofie aanwezig was en dat de afwezigheid van oedemen erop duidt dat er geen beperking is ten aanzien van langdurig staan.
11. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep haar medische beoordeling hiermee voldoende en begrijpelijk heeft gemotiveerd. Eiseres heeft niet met medische stukken onderbouwd dat zij verdergaand of aanvullend beperkt moet worden geacht op deze items in de FML. Daarom ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Daarbij acht de rechtbank ook van belang dat eiseres voor de medische beoordeling per 28 december 2020 lichamelijk is onderzocht, wat bij de medische beoordeling in 2013 niet het geval is geweest.
12. Over de beroepsgrond dat de artsen van het Uwv ten onrechte geen informatie hebben opgevraagd overweegt de rechtbank het volgende. Eiseres heeft op de zitting desgevraagd verklaard dat zij geen huisarts had en dat het Uwv beschikte over alle medische informatie. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Uit een telefoonrapport van 11 september 2020 van het Uwv blijkt dat eiseres de machtiging voor het opvragen van medische informatie niet heeft willen ondertekenen. In het telefoonrapport staat dat eiseres de behandelverslagen privé vond en dat zij te veel weerstand voelde om deze informatie door haar behandelaren aan het Uwv te laten verstrekken. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
Lopen tijdens het werk (rubriek 4.19)
13. Eiseres voert aan dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapportage van 25 februari 2022 ten onrechte heeft aangegeven dat er op basis van het lichamelijk onderzoek geen reden is om eiseres verdergaand beperkt te achten voor ‘lopen tijdens het werk’. Volgens eiseres is alleen haar voet onderzocht.
14. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Uit de rapportage van de primaire arts van 22 oktober 2020 volgt dat een oriënterend orthopedisch onderzoek is uitgevoerd. Hierbij zijn soepele kuiten en geen oedemen vastgesteld. In de rapportage van 19 mei 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep toegelicht dat uit de rapportage van de primaire arts volgt dat gericht onderzoek is verricht naar de voet en de onderste extremiteiten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep vermeldt dat de claim van eiseres over de voet fractuur inconsistent is. Bij aanraking ervaart eiseres pijn, terwijl normaal zittende schoenen kunnen worden verdragen. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn verdergaande beperkingen ten aanzien van lopen daarom niet aan de orde. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Eiseres heeft niet met medische stukken onderbouwd dat zij verdergaand of aanvullend beperkt moet worden geacht. Daarom ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
Urenbeperking (rubriek 6)
15. Eiseres voert aan dat een verdergaande urenbeperking moet worden aangenomen.
16. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in haar rapportage van 25 februari 2022 aangegeven dat er een geen reden meer is om een belastbaarheid aan te nemen van twee uur per dag en tien uur per week, gelet op de activiteiten van eiseres in het huishouden, het uitlaten van haar honden en het twee keer per week bezoeken van de sportschool. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep overstijgen deze activiteiten van eiseres een marginale belastbaarheid. Eiseres is in staat langere stukken auto te rijden. Deze inspanning en het aangaan van de inspanning geeft volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep een indicatie over de lichamelijke conditie van eiseres. Een dergelijke inspanning is naar de mening van de verzekeringsarts bezwaar en beroep met marginale belastbaarheid niet te verrichten. Daarom is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep de in 2013 aangenomen urenbeperking niet meer aan de orde. Eiseres is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep vier uur per dag en twintig uur per week belastbaar te achten. Deze urenbeperking komt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep tegemoet aan de geclaimde verhoogde rustbehoefte en recuperatie. Er is ook geen sprake van een meer beperkte beschikbaarheid voor arbeid omdat er geen sprake is van een behandeling die een of meerdere dagdelen in beslag neemt. Ook is er geen indicatie voor een verdergaande urenbeperking op preventieve gronden, omdat er geen sprake is van een situatie van zelfoverschatting of het niet kunnen stellen van grenzen. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Eiseres heeft niet met medische stukken onderbouwd dat een verdergaande urenbeperking moet worden aangenomen. Daarom slaagt de beroepsgrond niet.
Verzoek benoeming deskundige
17. De rechtbank wijst het verzoek om benoeming van een deskundige in te schakelen af. Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen ziet zij geen aanleiding voor het oordeel dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest. Ook bestaat geen reden om aan te nemen dat eiseres belemmeringen heeft ondervonden bij de onderbouwing van haar standpunt dat het Uwv haar beperkingen heeft onderschat. De rechtbank twijfelt verder niet aan de juistheid van de medische beoordeling, zodat ook daarin geen reden bestaat voor het inschakelen van een deskundige.
Arbeidskundige beoordeling
18. Eiseres voert aan dat de geduide functies niet geschikt zijn.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de belasting in de geduide functies naast de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep vastgestelde belastbaarheid van eiseres gelegd. Bij wat dat aan signalering(en) oplevert motiveert hij waarom er geen sprake is van een overschrijding.
20. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat de geduide functies niet passend zijn. Eiseres stelt dat de geduide functies niet geschikt zijn, maar zij geeft daarbij niet aan op welke specifieke punten de functies niet geschikt zijn. De rechtbank constateert verder dat in bezwaarfase geen inhoudelijke arbeidsdeskundige gronden zijn aangevoerd. De belasting in de functies is vastgesteld door een arbeidskundig analist en in principe mag van de juistheid daarvan worden uitgegaan. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft toereikend gemotiveerd dat die belasting de belastbaarheid van eiseres niet overschrijdt. De beroepsgrond slaagt niet.