ECLI:NL:RBMNE:2023:2849

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
16 juni 2023
Zaaknummer
UTR 23/2406
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen tijdelijke omgevingsvergunning voor festival Central Park 2023

Op 15 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met een tijdelijke omgevingsvergunning voor het Central Park Festival 2023, dat plaatsvindt in het Park Transwijk in Utrecht. Verzoeker, die in de nabijheid van het park woont, vreest overlast door het festival en heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het college van burgemeester en wethouders voldoende heeft gemotiveerd dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van verzoeker afgewogen tegen die van het college en de vergunninghouder, en kwam tot de conclusie dat de belangen van het college en de vergunninghouder zwaarder wegen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de geluidsvoorschriften in overeenstemming zijn met het gemeentelijke geluidsbeleid en dat de vrees van verzoeker voor overlast niet voldoende was om de vergunning te schorsen. Ook de zorgen over parkeeroverlast en schade aan het groen in het park werden door de voorzieningenrechter als onvoldoende onderbouwd beschouwd. De voorzieningenrechter benadrukte dat de omgevingsvergunning voor een beperkte periode is verleend en dat er voldoende maatregelen zijn getroffen om overlast te beperken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2406

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. N.J. van Polanen).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Central Park Festival B.V., gevestigd in Heinenoord (vergunninghouder)
(gemachtigde: mr. M. Diepenhorst).

Zitting

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van het college en namens vergunninghouder [A] en [B] bijgestaan door de gemachtigde van vergunninghouder en B. Hoiting, bodemdeskundige.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening tegen de tijdelijke omgevingsvergunning die het college op
22 mei 2023 aan vergunninghouder heeft verleend voor het tijdelijk afwijken van de beheersverordening (inclusief op- en afbouwdagen) ten behoeve van het evenement ‘Central Park 2023’ in het Park Transwijk in Utrecht.
1.1.
Verzoeker woont op korte afstand van het Park Transwijk en vreest voor overlast als gevolg van het festival en heeft daarom bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning. Omdat het festival al komend weekend plaatsvindt en het college voor die tijd geen beslissing op zijn bezwaar zal nemen, heeft verzoeker de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
Het college heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift. Vergunninghouder heeft ook schriftelijk gereageerd.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
3. Voor het treffen van een voorlopige voorziening in de fase van bezwaar is in beginsel alleen aanleiding als het besluit waartegen bezwaar is gemaakt zodanig gebrekkig is dat het in heroverweging naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet of niet volledig in stand kan blijven. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij een voorlopige voorziening zal treffen daarom als eerste of de bezwaargronden van verzoeker een redelijke kans van slagen hebben en tot herroeping van de omgevingsvergunning kan leiden. Vervolgens weegt de voorzieningenrechter de belangen van verzoeker die pleiten vóór het treffen van voorlopige voorzieningen en de belangen van het college en vergunninghouder die pleiten tegen het treffen daarvan. Hoe zekerder de voorzieningenrechter is dat het besluit waartegen bezwaar is gemaakt in stand kan blijven, hoe minder ruimte er bij deze belangenafweging is voor de belangen van verzoekster.
Voorlopig rechtmatigheidsoordeel
Evenementenlocatie
4. Verzoeker zijn grootste bezwaar houdt in dat Park Transwijk niet geschikt is als locatie voor zulke grote festivals.
5. In de gemeente is evenementenbeleid opgesteld waarin is afgewogen welke locaties geschikt zijn voor (grote) evenementen. Vervolgens zijn per locatie ook geluidsnormen vastgelegd in de ‘Beleidsregel geluidsnormen bij buitenevenementen’ (het geluidsbeleid). In het gemeentelijke evenementenbeleid is Park Transwijk aangewezen als evenementenlocatie. Jaarlijks worden evenementen aangemeld voor de evenementenkalender. Deze kalender wordt door de burgemeester vastgesteld, waarbij aandacht wordt gegeven aan de spreiding van de evenementen over de verschillende locaties in de gemeente en door het jaar.
6. De voorzieningenrechter toetst besluiten, in dit geval de omgevingsvergunning. Het evenementenbeleid als zodanig ligt in deze procedure niet ter beoordeling voor. Uitgangspunt voor de voorzieningenrechter is dat de omgevingsvergunning binnen het beleid past.
Een goede ruimtelijke ordening
7. Het college mag de omgevingsvergunning alleen maar verlenen als deze niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. [1] Ook moet hij bij het nemen van het besluit alle betrokken belangen afwegen.
Geluid
8. Verzoeker vreest geluidsoverlast. Hij baseert die vrees op overlast bij eerdere festivals. Hij stelt dat tijdens die andere festivals meer geluid werd geproduceerd dan was toegestaan en daartegen door het college niet handhavend werd opgetreden.
9. De voorzieningenrechter stelt vast dat eiser niet betwist dat in de omgevingsvergunning de normen zijn toegepast conform het geluidsbeleid. Het college heeft er terecht op gewezen dat het verder een zaak van handhaving betreft. Gelet op de toelichting van het college en vergunninghouder op de zitting, heeft de voorzieningenrechter op voorhand geen reden om aan te nemen dat handhaving niet mogelijk is of onvoldoende zal plaatsvinden. De voorschriften aan de omgevingsvergunning zijn niet bedoeld om alle overlast te voorkomen, maar om die te beperken tot een aanvaardbaar niveau. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hoeft de vrees van verzoeker in bezwaar niet te leiden tot het weigeren van de omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter acht de geluidsvoorschriften die in overeenstemming zijn met het geluidsbeleid afdoende.
10. Verzoeker verwijst in dit kader ook nog naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State [2] over "Muziekboulevard 2017" in Oss. De voorzieningenrechter stelt vast dat in een latere uitspraak – die specifiek ziet op een Utrechts festival [3] – de Afdeling heeft geoordeeld dat de uitspraak over het evenement in Oss niet geldt voor de Utrechtse geluidnormen. Ten behoeve van de beoordeling van een evenementaanvraag in Utrecht hoeft het college dan ook niet voor elke nabij gelegen woning een geluidsonderzoek te (laten) verrichten.
Parkeren
11. Daarnaast vreest verzoeker voor parkeeroverlast van auto’s en fietsen. Hij heeft op de zitting aangevoerd dat de overlast voor hem er deels uit bestaat dat hij zijn auto verder van zijn huis moet parkeren.
12. Uit het ‘Mobiliteitsplan Central Park Festival 2023’ van Bureau Verkeersregelaar Nederland Events van 20 maart 2023 (het mobiliteitsplan) dat onderdeel uitmaakt van de omgevingsvergunning, is opgenomen dat er 5100 fietsparkeerplaatsen en 2250 parkeerplaatsen voor auto’s worden gerealiseerd. Gelet op de prognose van de verdeling van de vervoersstromen zijn dit voldoende parkeerplaatsen. Deze prognose is mede gebaseerd op ervaringen van de voorgaande editie van het festival. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college zich bij het verlenen van de vergunning in redelijkheid op het mobiliteitsplan mogen baseren. Vergunninghouder zet verkeersregelaars in om de bezoekersstromen in goede banen te leiden. De voorzieningenrechter heeft geen aanknopingspunt om aan te nemen dat handhaving op dit punt niet zal plaatsvinden.

Schade aan het groen

13. Verzoeker voert aan dat door het festival schade zal ontstaan aan het groen in het Park Transwijk. Het college erkent dat er mogelijk tijdelijk schade aan het gras kan optreden. Deze schade is volgens het college echter niet onherstelbaar en onomkeerbaar. Om schade zo veel mogelijk te voorkomen en waar nodig na afloop te herstellen zijn voorschriften opgenomen in de evenementenvergunning. De voorzieningenrechter heeft geen reden om te twijfelen dat herstel op enige termijn mogelijk is. Op de zitting is door de heer Hoiting ook nog toegelicht dat de grond en het gras in het Park Transwijk voldoende veerkracht hebben voor herstel. Gelet hierop is de omgevingsvergunning op dit punt niet in strijd met een goede ruimtelijk ordening.
14. Verzoeker maakt de vergelijking met de vergunning voor het bierfestival in het Wilhelminapark, die geschorst is door de voorzieningenrechter. [4] De voorzieningenrechter stelt vast dat in die zaak sprake was van een andere situatie. Daar was van doorslaggevend belang dat sprake was van een als rijksmonument aangewezen park, wat tot extra zorg moest leiden. Zeker gezien de zorgelijke toestand van het Wilhelminapark had in de vergunningverlening aandacht aan de monumentale status en de zorgelijke toestand besteed moeten worden. Van dergelijke omstandigheden is hier geen sprake.
Betrokken belangen
15. De voorzieningenrechter stelt bij de beoordeling hiervan voorop dat verzoeker in deze procedure alleen kan opkomen voor zijn eigen belangen. Wat verzoeker aanvoert over de belangen van andere omwonenden, waaronder de bewoners van het verzorgingshuis, de kinderboerderij en ondernemers, laat de voorzieningenrechter buiten beschouwing.
16. Verzoeker voert aan dat het Park Transwijk langere tijd (ook tijdens het op- en afbouwen) niet kan worden gebruikt. Ook vindt hij dat zijn belang als inwoner van de stad bij het niet hebben van overlast zwaarder zou moeten wegen dan het belang van andere Nederlanders bij het kunnen bezoeken van dit evenement.
17. Het college heeft aangegeven dat hij belang hecht aan de maatschappelijke, sociale en economische waarden van evenementen. Het college realiseert zich dat door evenementen ook hinder kan ontstaan. Het college streeft naar een goede balans tussen leefbaarheid en levendigheid. In het evenementenbeleid zijn daarvoor keuzes gemaakt. Daarnaast vindt het college dat met de vergunningsvoorschriften overlast als gevolg van dit festival afdoende wordt voorkomen.
18. De voorzieningenrechter vindt de belangenafweging die het college heeft gemaakt niet onredelijk. Daarbij acht zij van belang dat sprake is van een aangewezen evenementenlocatie, waarvoor in het geluidsbeleid normen zijn opgenomen. De omgevingsvergunning is verleend voor een beperkte periode van 15 dagen. Vergunninghouder heeft toegelicht dat met oog op het belang van omwonenden deze periode in de praktijk wordt bekort naar 9 dagen. Het hondenveldje blijft beschikbaar. Ook met de belangen van verzoeker is door het college voldoende rekening gehouden.
Conclusie voorlopig rechtmatigheidsoordeel
19. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het college voldoende heeft gemotiveerd dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarnaast heeft het college de betrokken belangen in kaart gebracht en heeft hij naar het oordeel van de voorzieningenrechter kunnen besluiten om de omgevingsvergunning te verlenen.
20. Voor zover verzoeker nog aanvoert dat het communicatieplan ontbreekt, terwijl dit verplicht is, merkt de voorzieningenrechter het volgende op. Dit is geen vereiste voor het verlenen van de omgevingsvergunning, maar een onderdeel van de evenementenvergunning. Deze ligt niet ter beoordeling voor. Ten overvloede stelt de voorzieningenrechter vast dat er inmiddels een communicatieplan is, waaraan ook uitvoering is gegeven.
Belangenafweging
21. De voorzieningenrechter weegt de belangen van partijen bij het al dan niet treffen van een voorlopige voorziening in afwachting van het besluit op bezwaar van het college.
22. Verzoeker wil het vergunde evenement tegenhouden, zodat hij hiervan dit weekend geen overlast zal ondervinden zonder dat het college op zijn bezwaren heeft beslist. Verzoeker heeft er in dit verband op gewezen dat de omgevingsvergunning heel laat is aangevraagd, waardoor de bezwaarprocedure niet kan worden afgerond voordat het evenement plaatsvindt. Hij voelt zich daardoor in zijn belangen geschaad.
23. De voorzieningenrechter vindt dat deze gang van zaken minder wenslijk is, maar begrijpt anderzijds dat het vergunningverleningsproces voor een groot evenement omvangrijk is en dat aanvragen – zoals op de zitting is toegelicht – in volgorde van de data van de evenementen worden afgehandeld.
24. Uit het voorlopig rechtmatigheidsoordeel blijkt dat de voorzieningenrechter het aannemelijk acht dat de omgevingsvergunning in bezwaar stand zal houden. Dit voorlopig rechtmatigheidsoordeel maakt dat in deze belangenafweging minder ruimte is voor de belangen van verzoeker.
25. Tegenover het belang van verzoeker staat een groot belang van vergunninghouder dat het evenement dit weekend kan doorgaan. Op de zitting heeft het college nog toegelicht dat ook als de omgevingsvergunning wordt geschorst en het evenement dus moet worden afgelast er toch een bezoekersstroom wordt verwacht, wat tot overlast kan leiden. Gelet op het voorlopig rechtmatigheidsoordeel weegt de voorzieningenrechter deze belangen zwaarder dan het belang van verzoeker.

Conclusie en gevolgen

26. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat het Central Park Festival komend weekend kan doorgaan. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 juni 2023 door
mr. E.M. van der Linde, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr.I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met artikel 2.7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II bij het Bor.
2.Uitspraak van 10 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2346.
3.Uitspraak van 23 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2277.
4.Uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 augustus 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3446.