ECLI:NL:RBMNE:2023:2979

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
UTR_23_6
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing WIA-aanvraag en beoordeling arbeidsongeschiktheid met betrekking tot ADHD en medische rapportages

In deze zaak heeft eiseres, die sinds 1 januari 2020 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt, op 16 november 2021 een WIA-uitkering aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door het Uwv op basis van een beoordeling die aangaf dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, waarbij zij een brief van haar psychiater over haar ADHD-diagnose overlegd heeft. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de functionele mogelijkhedenlijst (FML) aangepast, maar bleef bij de conclusie dat eiseres niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering.

De rechtbank heeft de zaak op 21 juni 2023 behandeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht de WIA-aanvraag heeft afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de medische rapportages van de verzekeringsartsen aan de vereisten voldeden en dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de medische beoordeling onjuist was. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid is gebaseerd op de situatie op de datum in geding, 2 februari 2022, en dat latere ontwikkelingen niet in de beoordeling zijn meegenomen.

De rechtbank heeft ook de arbeidskundige beoordeling van de functies die aan eiseres zijn toegewezen, bevestigd. Eiseres heeft geen nieuwe medische feiten of omstandigheden ingebracht die de verzekeringsarts zouden moeten doen besluiten tot verdergaande beperkingen. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres over de geschiktheid van de functies verworpen en geconcludeerd dat het Uwv op zorgvuldige wijze tot zijn besluit is gekomen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen recht heeft op een WIA-uitkering en geen proceskostenvergoeding ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/6

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juni 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv), verweerder
(gemachtigde: S.N. Westmaas-Kanhai).

Inleiding

1.1.
Eiseres heeft voor het laatst als locatiebeheerder gewerkt bij [stichting]. Sinds 1 januari 2020 ontvangt zij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Zij heeft zich op 5 februari 2020 ziek gemeld.
1.2.
Eiseres heeft op 16 november 2021 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. De primaire verzekeringsarts heeft op 22 maart 2022 een functionele mogelijkheden lijst (FML) opgemaakt en daarin beperkingen opgenomen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren, dynamische handelingen en statische houdingen. De primaire arbeidsdeskundige heeft op grond van deze FML vijf functies geselecteerd met de SBC-codes 513010, 315030, 267053, 111180 en 532040. Op basis van drie van deze functies heeft de primaire arbeidsdeskundige vastgesteld dat eiseres 24,51% arbeidsongeschikt is.
1.3.
In een besluit van 31 maart 2022 (het primaire besluit) heeft het Uwv de
WIA-aanvraag van eiseres afgewezen. Eiseres krijgt per 2 februari 2022 geen
WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Eiseres heeft hier bezwaar tegen gemaakt.
1.4.
Eiseres heeft in de bezwaarprocedure op de hoorzitting een brief van psychiater E.J. Mojet van 21 juni 2022 overgelegd. Daarin staat dat bij eiseres de diagnose ADHD is vastgesteld. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft deze diagnose een ander licht op de beperkingen van eiseres heeft geworpen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de FML op 7 november 2022 aangevuld met beperkingen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische handelingen en werktijden. Naar aanleiding hiervan heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de functies met SBC-code 315030 en 267053 laten vervallen in verband met overschrijding van de belastbaarheid van eiseres. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de resterende drie functies met SBC-codes 513010 (productieplanner), 111180 (productiemedewerker) en 532040 (administratief medewerker) nog geschikt geacht voor eiseres. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiseres op grond van die drie functies vastgesteld op 30,60%.
1.5.
Met een besluit van 23 november 2022 heeft het Uwv het bezwaar ongegrond verklaard. Het Uwv is dus bij de afwijzing van de WIA-aanvraag gebleven.
1.6.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.7.
De rechtbank heeft het beroep op 10 mei 2023 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Beoordelingskader
2. Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het Uwv besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Die rapporten moeten dan wel aan drie voorwaarden voldoen. De rapporten:
  • zijn op een zorgvuldige manier tot stand gekomen;
  • bevatten geen tegenstrijdigheden;
  • zijn voldoende begrijpelijk.
Het is aan eiseres om aan te voeren en zo nodig aannemelijk te maken dat rapporten niet aan de drie voorwaarden voldoen of dat de medische beoordeling niet klopt. Voor het aannemelijk maken dat de medische beoordeling onjuist is, is in principe een rapport van een arts of medisch behandelaar noodzakelijk.
Medische beoordeling
Datum in geding
3. Eiseres voert aan dat het medisch oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onjuist is. Volgens eiseres heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep haar huidige (tijdelijke) geestelijke en lichamelijke toestand niet bij de beoordeling meegewogen. De draagkracht van eiseres is op dit moment beperkt en zij is emotioneel wisselvallig. Eiseres wil graag ruimte en tijd om haar hersteltraject naar werk door te zetten.
4. Het Uwv heeft in het bestreden besluit de medische situatie van eiseres op 2 februari 2022 beoordeeld. Dit wordt de datum in geding genoemd. Dit is de dag nadat de ZW-uitkering van eiseres na een wachttijd van 104 weken is beëindigd. Dit is de datum waarop eiseres recht op een WIA-uitkering zou kunnen krijgen als zij zou voldoen aan de vereisten die daarvoor gelden. De rechtbank is het met het Uwv eens dat het bij de beoordeling van deze zaak gaat om de medische situatie van eiseres op deze datum. Omstandigheden in de gezondheidssituatie van eiseres die zich na 2 februari 2022 hebben voorgedaan of in de toekomst zullen voordoen, zoals een herstel- of re-integratietraject, worden in deze procedure niet bij de heroverweging in bezwaar betrokken.
Beperkingen
5. Verder voert eiseres aan dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep bij eiseres ten onrechte uitgaat van een 40-urige werkweek. Eiseres is de afgelopen jaren steeds minder gaan werken in verband met fysieke en mentale problemen.
6. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft overwogen dat de gestelde diagnose ADHD een ander licht op de beperkingen heeft geworpen. Regelmaat en regelmatige tijd voor rust en herstel zijn belangrijk. Eiseres mag/kan sociaal en energetisch gezien niet overvraagd worden. Voorkomen moet worden dat ze onbedoeld in conflictsituaties terecht komt. Vanwege de stoornis maar ook op basis van de medicatie is eiseres aanvullend beperkt voor risicovolle werkzaamheden (werken op hoogtes en met gevaarlijke machines, en voor het professioneel besturen van motorvoertuigen). Eiseres gebruikte ten tijde van de datum in geding nog geen medicatie voor ADHD. Om die reden worden de grenzen van de psychische en sociale belastbaarheid iets strakker getrokken. De werkomvang wordt beperkt tot 8 uur per dag en 40 uur per week. Gelet op het dagverhaal van eiseres, waarin geen langdurige extra structurele rustmomenten aanwezig zijn, vindt de verzekeringsarts bezwaar en beroep het niet plausibel dat eiseres minder dan 8 uur per dag en 40 uur per week in passend werk kan werken. Daarbij is rekening gehouden met de inhoudelijke beperkingen, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De fysieke belastbaarheid is vanwege de niet volledig operatief herstelde buikwand diastase meer beperkt dan werd aangenomen door de primaire verzekeringsarts. De zwaardere fysieke belastingen in de rubrieken fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen die druk en spanning op de buikwand geven, worden daarom (aanvullend) beperkt.
7. De rechtbank ziet in wat eiseres aanvoert geen aanleiding voor het oordeel dat het medisch oordeel onjuist is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft voldoende gemotiveerd waarom de in de FML van 7 november 2022 vastgestelde beperkingen passend zijn voor eiseres. De rechtbank kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep hierin volgen. De rechtbank kan ook volgen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen reden ziet om naast de aangenomen beperkingen een grotere urenbeperking aan te nemen. Eiseres heeft geen nieuwe medische feiten of omstandigheden ingebracht op grond waarvan de verzekeringsarts bezwaar en beroep per de datum in geding verdergaande beperkingen in de rubriek werktijden zou moeten hebben aangenomen. Er zijn namelijk al beperkingen aangenomen op basis van de diagnose ADHD en eiseres heeft niet met medische stukken onderbouwd dat deze onvoldoende zijn. Dat eiseres het niet eens is met de vastgestelde beperkingen, kan op zichzelf niet leiden tot het oordeel dat de medische beoordeling onjuist is. Het is juist de specifieke deskundigheid van de verzekeringsartsen om op basis van medisch objectiveerbare klachten beperkingen vast te stellen. Hoe eiseres zelf haar klachten en belastbaarheid ervaart, is bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid niet doorslaggevend.
Arbeidskundige beoordeling
8. Eiseres voert verder aan dat de arbeidskundige beoordeling onjuist is omdat de geduide functies niet bij haar persoon en haar problematiek passen. Zij stelt dat zij niet in staat is om een administratieve functie als administratief medewerker (SBC-code 532040) uit te voeren omdat zij hiervoor niet gestructureerd genoeg en te chaotisch is.
9. Het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) is een computersysteem van het Uwv dat verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv gebruiken bij claimbeoordelingen in het kader van de in Nederland geldende arbeidsongeschiktheidswetten zoals de Wet WIA. Deze theoretische beoordeling is een keuze geweest van de wetgever. Het is vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) [1] dat het CBBS een rechtens aanvaardbaar ondersteunend systeem is bij de beoordeling of, en zo ja, in welke mate iemand arbeidsongeschikt is te achten in de zin van de Wet WIA. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben hun beoordelingen in deze procedure ook met behulp van het CBBS verricht. De rechtbank vindt dit aanvaardbaar. De rechtbank is het met het Uwv eens dat de beoordeling niet is gericht op daadwerkelijke plaatsing in arbeid maar op het vaststellen van een theoretisch verdienvermogen aan de hand van het CBBS. Voorkeuren of wensberoepen van eiseres spelen geen rol bij de vaststelling van de theoretische verdiencapaciteit.
10. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat zij niet in staat is de drie door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geduide functies te verrichten omdat deze niet bij haar persoon en problematiek passen. De rechtbank gaat uit van de juistheid van de beperkingen die de verzekeringsarts bezwaar en beroep aan de hand van het CBBS bij eiseres heeft aangenomen en vastgelegd in de FML van 7 november 2011. De arbeidskundige bezwaar en beroep heeft met behulp van het CBBS geschikte functies geduid en de mate van arbeidsongeschiktheid berekend. Uit de rapportage van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 18 november 2022 blijkt dat eiseres, op basis van de in bezwaar aangenomen beperkingen, in staat wordt geacht de volgende functies te verrichten: productieplanner (SBC-code 513010), productiemedewerker industrie (SBC-code 111180) en administratief medewerker (SBC-code 532040). De arbeidsdeskundige heeft in dit rapport voldoende gemotiveerd dat deze drie functies in overeenstemming zijn met de belastbaarheid van eiseres zoals omschreven in deze FML. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding voor het oordeel dat eiseres de geduide functies niet zou kunnen verrichten.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het Uwv terecht de WIA-aanvraag van eiseres heeft afgewezen, omdat eiseres op 2 februari 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.M.T. Bouwman, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 juni 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 5 december 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BG5758.