ECLI:NL:RBMNE:2023:3027

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
UTR 22/469 T3
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake verlenging hersteltermijn in bestuursrechtelijke procedure

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 18 april 2023, betreft het een verzoek van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om verlenging van de termijn voor het herstellen van een gebrek in een eerder bestreden besluit. De rechtbank had in een eerdere tussenuitspraak van 4 januari 2023 het Uwv de gelegenheid gegeven om binnen acht weken het gebrek te herstellen. Deze termijn werd in een tweede tussenuitspraak van 19 januari 2023 verlengd tot vier weken na een medisch onderzoek dat op 17 maart 2023 zou plaatsvinden. Echter, dit onderzoek kon om medische redenen niet doorgaan, en ook een later gepland onderzoek op 3 april 2023 kon niet plaatsvinden. Het Uwv verzocht de rechtbank opnieuw om verlenging van de termijn, nu het medisch onderzoek gepland stond op 24 april 2023.

De rechtbank overweegt dat het verzoek om verlenging van de termijn gemotiveerd moet zijn en dat alleen in bijzondere gevallen een verlenging wordt toegestaan. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden rondom het medisch onderzoek, dat om medische redenen niet kon plaatsvinden, een bijzonder geval vormen dat rechtvaardigt dat de termijn opnieuw wordt verlengd. De rechtbank benadrukt dat een andere beslissing waarschijnlijk zou leiden tot een minder finale vorm van geschilbeslechting.

De rechtbank besluit het Uwv in de gelegenheid te stellen om binnen vier weken na het medisch onderzoek op 24 april 2023 het gebrek te herstellen, met inachtneming van de eerdere overwegingen. Verder houdt de rechtbank iedere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Deze uitspraak is gedaan door rechter Y.N.M. Rijlaarsdam, in aanwezigheid van griffier A. Azmi, en is openbaar uitgesproken op 18 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/469 T3

tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 april 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. M. Peelen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv), verweerder
(gemachtigde: R. Dwarka).

Procesverloop

In de tussenuitspraak van 4 januari 2023 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank het Uwv in de gelegenheid gesteld om binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Voor het verdere procesverloop verwijst de rechtbank naar die tussenuitspraak.
In de tweede tussenuitspraak van 19 januari 2023 heeft de rechtbank de gestelde termijn van acht weken verlengd tot vier weken na het door de verzekeringsarts bezwaar en beroep te verrichten medisch onderzoek op 17 maart 2023.
Bij brief van 4 april 2023 heeft het Uwv de rechtbank opnieuw verzocht de in de tussenuitspraak gestelde termijn te verlengen.

Overwegingen

1. Het Uwv heeft zijn verzoek om verlenging van de termijn om het gebrek te herstellen gedaan binnen de oorspronkelijke termijn die de rechtbank hiervoor heeft gesteld in de tweede tussenuitspraak van 19 januari 2023.
2. Alleen in bijzondere gevallen willigt de rechtbank zo’n verzoek om verlenging van de in de tussenuitspraak gestelde termijn in. Het verzoek om verlenging moet daarom zijn gemotiveerd. De rechtbank verwijst naar de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht en de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. [1]
3. De reden waarom het Uwv de rechtbank opnieuw verzoekt om verlenging van de termijn is dat het geplande medisch onderzoek op 17 maart 2023 om medische redenen niet heeft kunnen plaatsvinden. Het vervolgens op 3 april 2023 geplande onderzoek heeft wederom wegens medische redenen niet kunnen plaatsvinden. Het medisch onderzoek staat nu gepland op 24 april 2023. De uitnodiging daartoe is bijgevoegd.
4. De rechtbank acht dit een bijzonder geval dat verlenging van de termijn rechtvaardigt, ook omdat elke andere beslissing van de rechtbank - met name de einduitspraak waarbij het Uwv de opdracht krijgt een nieuw besluit te nemen - naar alle waarschijnlijkheid tot een minder finale vorm van geschilbeslechting leidt.
5. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep.

Beslissing

De rechtbank:
- stelt het Uwv in de gelegenheid om binnen vier weken na het medisch onderzoek op 24 april 2023 het gebrek te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in de eerste tussenuitspraak van 4 januari 2023;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van
mr. A. Azmi, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 april 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.

Voetnoten

1.Uitspraken van 29 april 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BM4478) en 21 september 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BT2162).