ECLI:NL:RBMNE:2023:310

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2023
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
C/16/546416 / FO RK 22-1167
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken tot wijziging omgang, benoeming bijzondere curator en achternaam door minderjarige

In deze zaak heeft een negenjarige minderjarige, aangeduid als [verzoekster (voornaam)], via een informele rechtsingang een verzoek ingediend bij de Rechtbank Midden-Nederland. Het verzoek omvatte de wijziging van de omgang met haar vader, de benoeming van een bijzondere curator en de wijziging van haar achternaam naar die van haar stiefvader. De rechtbank heeft op 12 januari 2023 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij zowel de ouders als de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. Tijdens deze zitting heeft de rechtbank de zorgen van [verzoekster (voornaam)] over haar omgang met de vader gehoord, waarbij zij aangaf zich niet veilig te voelen en zich als een klein kind behandeld te voelen. De rechtbank heeft echter besloten de verzoeken van [verzoekster (voornaam)] af te wijzen.

De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wijziging van de achternaam niet mogelijk was binnen deze procedure. Wat betreft de verzoeken over de omgang en de benoeming van een bijzondere curator, heeft de rechtbank overwogen dat [verzoekster (voornaam)] op dat moment onder toezicht was gesteld. De Raad had ter zitting verzocht om deze voorlopige ondertoezichtstelling, die ook werd toegewezen. De rechtbank concludeerde dat het niet opportuun was om een bijzondere curator te benoemen, aangezien er al een gezinsvoogd betrokken zou zijn. De rechtbank benadrukte dat het belangrijk was om [verzoekster (voornaam)] te beschermen tegen een loyaliteitsconflict tussen haar ouders.

Tegelijkertijd heeft de rechtbank een brief aan [verzoekster (voornaam)] gestuurd om haar te informeren over de beslissing en de redenen daarvoor. De rechtbank heeft de beslissing op 26 januari 2023 openbaar uitgesproken, waarbij de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/546416 / FO RK 22-1167
Informele rechtsingang
Beschikking van 26 januari 2023
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: [verzoekster (voornaam)] ,
met als belanghebbenden:
[belanghebbende 1],
wonende in [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. G.J. de Hosson,
en
[belanghebbende 2],
wonende in [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. M.G. Weitkamp.

1.De procedure

1.1.
[verzoekster (voornaam)] heeft met haar brief van 9 oktober 2022 een verzoek bij de rechtbank ingediend via de zogenaamde “informele rechtsingang” (op grond van artikel 1:251a lid 4 van het Burgerlijk Wetboek). In deze brief vraagt [verzoekster (voornaam)] de rechtbank om de omgang met de vader te wijzigen, een bijzondere curator te benoemen en haar achternaam te wijzigen daar de achternaam van haar stiefvader.
1.2.
[verzoekster (voornaam)] heeft op 11 november 2022 een gesprek gehad met de rechter.
1.3.
Naar aanleiding van de brief en het gesprek heeft de rechtbank de ouders en de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) uitgenodigd voor een mondelinge behandeling (zitting). De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 januari 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • de vader, bijgestaan door mr. M.G. Weitkamp;
  • de moeder, bijgestaan door mr. G.J. de Hosson;
  • mevrouw [A] namens de Raad.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De ouders hebben samen het gezag over [verzoekster (voornaam)] . Dat betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over haar nemen.
2.2.
[verzoekster (voornaam)] heeft zich tot de rechtbank gewend via de eerder genoemde “informele rechtsingang”. Dat betekent dat [verzoekster (voornaam)] de rechter vraagt van haar ambtshalve bevoegdheid gebruik te maken om een beslissing te nemen over de omgang met de vader, het benoemen van een bijzondere curator en het wijzigen van haar achternaam. Ambtshalve betekent dat er geen officieel formeel verzoek is gedaan. [verzoekster (voornaam)] kan zo’n officieel verzoek ook niet zelfstandig indienen. Zij heeft geen formele eigen rechtsingang.
2.3.
[verzoekster (voornaam)] heeft in haar brief geschreven en tijdens het gesprek verteld dat zij zich niet veilig voelt bij de vader, omdat de vader een keer erg ruzie heeft gehad met zijn vorige vriendin, waarbij die vriendin haar arm had gebroken. Daarnaast voelt [verzoekster (voornaam)] zich niet thuis bij de vader omdat hij haar als een klein kind behandelt. De vader komt volgens [verzoekster (voornaam)] ook nooit naar haar school of sportwedstrijden. Als ze bij de vader is, mag zij niet met de moeder bellen en mist zij “thuis”. Verder wil [verzoekster (voornaam)] graag dezelfde achternaam als haar stiefvader, de moeder en haar (half)zusje, en dat er een bijzondere curator wordt benoemd.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank zal de verzoeken die [verzoekster (voornaam)] heeft gedaan afwijzen. De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
Wijziging achternaam
3.2.
Het is in deze procedure niet mogelijk om een verzoek te doen om een achternaam te wijzigen. De rechtbank kan daarover dus geen beslissing nemen.
Zorgregeling (omgang) en bijzondere curator
3.3.
De rechtbank wijst de verzoeken van [verzoekster (voornaam)] over de omgang en het benoemen van een bijzondere curator af, omdat [verzoekster (voornaam)] op 12 januari 2023 voorlopig onder toezicht is gesteld. De Raad heeft ter zitting mondeling de voorlopige ondertoezichtstelling van [verzoekster (voornaam)] verzocht, en dit verzoek is ter zitting ook toegewezen. Dit verzoek van de Raad is geregistreerd onder het zaaknummer C/16/550756 / JE RK 23-52, waarin apart een beschikking zal worden gegeven. In die beschikking is, onder andere, het volgende door de kinderrechter overwogen:
“ Dat [verzoekster (voornaam)] nu vraagt om minder omgang met de vader en om de achternaam van haar stiefvader te mogen hebben, doet vermoeden dat [verzoekster (voornaam)] (weer) klem is komen te zitten tussen de ouders. Dit vermoeden wordt gesterkt doordat [verzoekster (voornaam)] in het gesprek met de kinderrechter ook niet veel andere dingen kon vertellen dan wat er al in haar brief stond: het lijkt alsof [verzoekster (voornaam)] het gevoel heeft dat ze deze keuze moet maken, maar dat ze eigenlijk niet goed kan uitleggen waarom. Het lukt de ouders niet om deze zorgen met elkaar te bespreken. De moeder heeft verteld dat [verzoekster (voornaam)] zich al een tijd niet prettig voelt bij de vader, terwijl de vader zegt dat [verzoekster (voornaam)] het fijn heeft bij hem, maar dat zij niet de ruimte voelt om het fijn te mogen hebben. De moeder heeft alleen maar [verzoekster (voornaam)] willen steunen in het schrijven van een brief aan de rechtbank, toen [verzoekster (voornaam)] steeds over die wens bleef praten. De vader heeft verteld dat het tussen hem en [verzoekster (voornaam)] heel goed ging. Hij heeft in de afgelopen periode echter een vrij plotse verandering in haar houding gezien. Hij kan die verandering met de wetenschap van de brief van [verzoekster (voornaam)] aan de rechtbank nu plaatsen. De kinderrechter heeft ter zitting gezien dat dit bij beide ouders veel emoties oproept en dat het hen niet lukt om hierover te praten met elkaar. De kinderrechter denkt mede gelet op het verleden van de ouders ook niet dat zij hiertoe op korte termijn wel in staat zullen zijn, terwijl het ontzettend schadelijk is voor [verzoekster (voornaam)] als zij (nog verder) in een loyaliteitsconflict raakt. De kinderrechter vindt daarom dat een voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is om deze acute en ernstige bedreiging voor [verzoekster (voornaam)] weg te nemen.”
3.4.
Nu er in het kader van de voorlopige ondertoezichtstelling een gezinsvoogd betrokken zal raken bij het gezin, vindt de rechtbank het niet opportuun om daarnaast een bijzondere curator te benoemen. Daarnaast vindt de rechtbank een bijzondere curator nu ook niet passend. Het zou dan namelijk de taak van de bijzondere curator zijn om te achterhalen wat de (authentieke) wens van [verzoekster (voornaam)] is en hoe de omgang met de vader er het best uit zou kunnen zien. Maar de rechtbank vindt het belangrijk dat [verzoekster (voornaam)] het gevoel wordt gegeven dat de beslissingen over de omgang juist bij haar worden weggehaald, want dat is belastend voor haar. Het is ook maar de vraag of het nu mogelijk is om te achterhalen wat de authentieke wens van [verzoekster (voornaam)] is, gelet op het vermoeden dat zij klem zit tussen de ouders. Om die reden zal de rechtbank de zorgregeling nu ook niet wijzigen.
3.5.
Het voorgaande betekent dat de rechter geen gebruik maakt van haar bevoegdheid om een ambtshalve beslissing te nemen ten aanzien van de zorgregeling en het benoemen van een bijzondere curator, en dat binnen de voorlopige ondertoezichtstelling wordt gekeken welke vervolgstappen nodig zijn voor [verzoekster (voornaam)] .
Brief aan [verzoekster (voornaam)]
3.6.
Tegelijk met deze beschikking stuurt de rechter een brief aan [verzoekster (voornaam)] om haar te laten weten wat zij heeft gedaan met de brief van [verzoekster (voornaam)] en het gesprek. In die brief is het volgende opgenomen:
“Een tijdje geleden spraken wij elkaar bij de rechtbank. Ik had je uitgenodigd om langs te komen omdat je een brief aan de rechtbank had geschreven. In die brief vertelde je dat je liever minder vaak naar je vader toe wil. Ook wilde je graag de achternaam van de stiefvader aannemen, en wilde je graag dat er een bijzondere curator benoemd zou worden.
Tijdens het gesprek hebben we het over jouw brief gehad. Je vertelde dat je je bij je vader een beetje als een klein kind behandeld voelde. Je hebt veel heimwee als je bij je vader bent. Toen je vader een andere vriendin had, heeft hij een keer erge ruzie met haar gehad en toen was haar arm gebroken. Jij bent daar heel erg van geschrokken.
Nu verwachten je vader en zijn vriendin een kindje, en zijn ze bezig om te verhuizen. Dat vind je lastig.
Ik heb goed gelezen wat je hebt geschreven en geluisterd naar wat je tijdens het gesprek vertelde. Tijdens het gesprek heb ik je al verteld dat ik geen beslissing kan nemen over jouw achternaam. Over jouw wensen over wanneer je je vader ziet en de bijzondere curator heb ik op 12 januari met jouw ouders en hun advocaten gesproken. Daar was ook iemand bij van de Raad voor de Kinderbescherming. Die nodigt de rechtbank altijd uit bij zaken over kinderen, om de rechtbank te adviseren. De zitting zou eigenlijk al in december zijn maar toen had één van de advocaten corona en kon de zitting niet doorgaan. Daarom heeft het even geduurd. Dat is voor jou lastig, kan ik mij voorstellen.
Tijdens de zitting hebben we het erover gehad dat het tussen jouw ouders al sinds jij klein bent al moeilijk loopt. Er is ook lange tijd een ondertoezichtstelling geweest. Iedereen vindt het voor jou heel lastig omdat jij eigenlijk tussen je ouders in zit. Zij maken ruzie, maar jij houdt van hen allebei. En jij moet gewoon kind kunnen zijn, en je niet druk hoeven te maken over wat er tussen je ouders speelt. Degene die bij de zitting was van de Raad voor de Kinderbescherming heeft gezegd dat zij zich zorgen maakt om jou. Zij heeft gevraagd om jou voorlopig onder toezicht te stellen. Ik heb dat verzoek toegewezen. Dat betekent dat er de komende drie maanden (weer) een gezinsvoogd bij jou, je vader en je moeder betrokken zal zijn. Die gezinsvoogd gaat kijken welke hulp er nodig is om de situatie wat makkelijker te maken voor jou.
Ik heb besloten om nu geen bijzondere curator te benoemen en ook geen andere zorgregeling met je vader te bepalen. Ik vind dat het nu belangrijk is dat eerst met de gezinsvoogd wordt gekeken wat er precies speelt en wat er nodig is. Daarna kan de gezinsvoogd kijken of die vindt dat het nodig is om iets te veranderen in wanneer je je vader en je moeder ziet. Een bijzondere curator benoem ik niet omdat er nu dus al een gezinsvoogd bij jullie betrokken is.
Ik kan mij voorstellen dat je teleurgesteld bent omdat ik niet de beslissingen neem die jij graag wilde. Dat betekent niet dat ik niet goed naar je hebt geluisterd. Een kinderrechter neemt alleen beslissingen die het meest in het belang van een kind zijn. En dat is niet altijd hetzelfde als wat een kind het liefste wil. Ik vind het nu het meest in jouw belang dat er een gezinsvoogd komt.
Hopelijk is het voor jou nu duidelijk hoe het verder gaat, en wat er met jouw brief en jouw wensen is gebeurd.
Ik wens jou veel succes en plezier op school, met sport en met andere dingen!”
Hierna volgt de beslissing. De rechtbank gebruikt hier de begrippen uit de wet.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
neemt geen ambtshalve beslissingen.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. T. Dopheide, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. L.A. Nettekoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2023.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.