Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de vader, bijgestaan door mr. M.G. Weitkamp;
- de moeder, bijgestaan door mr. G.J. de Hosson;
- mevrouw [A] namens de Raad.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft een negenjarige minderjarige, aangeduid als [verzoekster (voornaam)], via een informele rechtsingang een verzoek ingediend bij de Rechtbank Midden-Nederland. Het verzoek omvatte de wijziging van de omgang met haar vader, de benoeming van een bijzondere curator en de wijziging van haar achternaam naar die van haar stiefvader. De rechtbank heeft op 12 januari 2023 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij zowel de ouders als de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. Tijdens deze zitting heeft de rechtbank de zorgen van [verzoekster (voornaam)] over haar omgang met de vader gehoord, waarbij zij aangaf zich niet veilig te voelen en zich als een klein kind behandeld te voelen. De rechtbank heeft echter besloten de verzoeken van [verzoekster (voornaam)] af te wijzen.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wijziging van de achternaam niet mogelijk was binnen deze procedure. Wat betreft de verzoeken over de omgang en de benoeming van een bijzondere curator, heeft de rechtbank overwogen dat [verzoekster (voornaam)] op dat moment onder toezicht was gesteld. De Raad had ter zitting verzocht om deze voorlopige ondertoezichtstelling, die ook werd toegewezen. De rechtbank concludeerde dat het niet opportuun was om een bijzondere curator te benoemen, aangezien er al een gezinsvoogd betrokken zou zijn. De rechtbank benadrukte dat het belangrijk was om [verzoekster (voornaam)] te beschermen tegen een loyaliteitsconflict tussen haar ouders.
Tegelijkertijd heeft de rechtbank een brief aan [verzoekster (voornaam)] gestuurd om haar te informeren over de beslissing en de redenen daarvoor. De rechtbank heeft de beslissing op 26 januari 2023 openbaar uitgesproken, waarbij de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven.