mw. mr. T. Dopheide

Rechtbank Midden-Nederland verleent op 13 juni 2025 een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene, met een duur van een week, vanwege suïcidaliteit en dreigend ernstig nadeel.

De rechtbank benoemt een bijzondere curator voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en wijzigt de zorgregeling voorlopig, na signalen van een belangenstrijd tussen ouders en kinderen.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige tot 1 juni 2026, oordeelt dat de procedure voor plaatsing in Spanje niet is gevolgd en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd en een machtiging tot uithuisplaatsing bij de vader verleend, vanwege zorgen over de emotionele beschikbaarheid van de moeder.

De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder om gezamenlijk gezag en een zorgregeling besproken en de beslissing over het gezag zes maanden aangehouden. De omgangsregeling is gewijzigd, zodat contact met de moeder plaatsvindt op verzoek van de kinderen.

De rechtbank heeft een voorlopige zorgregeling vastgesteld en een raadsonderzoek gelast in een familierechtelijke procedure over de zorg voor minderjarigen. De ouders hebben verschillende wensen over de zorgregeling.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing afgewezen en de kinderalimentatie gewijzigd. De vader moet € 150,- per kind per maand betalen vanaf 16 maart 2023.

De rechtbank wijzigt de zorgregeling voor een minderjarige, zodat hij om de week bij de vader verblijft, conform zijn wens. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Rechtbank beëindigt gezag vader en kent eenhoofdige gezag aan moeder toe over minderjarige na huwelijkontbinding.

De kinderrechter bekrachtigt de schriftelijke aanwijzing van de GI en wijst de verzoeken van de moeder af, met nadruk op de zorg voor de kinderen en de noodzaak van een MASIC-onderzoek.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen en de machtiging tot uithuisplaatsing van de jongste, vanwege de ernstige alcoholverslaving van de moeder.

De kinderrechter heeft [minderjarige] onder toezicht gesteld voor een jaar vanwege ernstige ontwikkelingsbedreiging door het gedrag van de vader, die huiselijk geweld heeft gepleegd en de moeder lastigviel.

De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader bepaald, na conflicten tussen de ouders en een onderzoek door een privédetective.

De rechtbank wijzigt de zorgregeling voor een 12-jarig kind, zodat zij in de even weken bij de vader is, en respecteert de wens van het kind in een complexe gezinssituatie.

De rechtbank heeft een voorlopige zorgregeling vastgesteld voor een minderjarige die niet meer naar haar vader wil, en benoemt een bijzondere curator om haar belangen te behartigen.

De kinderrechter verleent toestemming voor wijziging van het verblijf van een minderjarige naar een nieuw pleeggezin, ondanks eerdere bezwaren van de ouders.

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit en kent het gezag over de kinderen toe aan de moeder, zonder omgangsregeling voor de vader vanwege verslavingsproblematiek.

De kinderrechter wijst het verzoek tot uithuisplaatsing van een minderjarige af, omdat de omstandigheden grotendeels hetzelfde zijn als eerder en nieuwe hulpverlening is gestart.

De rechtbank wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af wegens gebrek aan doelmatigheid, ondanks de ernstige situatie van de betrokkene.

De kinderrechter wijst het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling af, omdat de ontwikkelingsbedreiging van de kinderen is verminderd en de ouders nu zelf hulp willen accepteren.

De rechtbank verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige tot 10 februari 2026, vanwege aanhoudende zorgen over zijn ontwikkeling en de onwil van de moeder om mee te werken aan hulpverlening.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van een achtjarige jongen tot 25 april 2025, gezien zijn positieve ontwikkeling en de ondersteuning van zijn moeder.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige tot 17 juni 2025, met uitvoerbaarheid bij voorraad.

De rechtbank beëindigt het gezamenlijk gezag van ouders en stelt een begeleide omgangsregeling vast voor de vader, die in detentie zit. De vader wordt veroordeeld in de proceskosten.

De rechtbank verleent vervangende toestemming voor inschrijving van minderjarige bij gemeente en school, maar wijst verzoek om verhuizing met moeder af.

De rechtbank houdt de procedure inzake het gezag over [minderjarige] aan in afwachting van contactherstel met zijn vader. Uiterlijk op 10 juni 2025 moeten de ouders rapporteren over de voortgang.

De kinderrechter wijst het verzoek van de GI tot wijziging van de zorgregeling af, omdat onvoldoende onderbouwing is gegeven voor een spoedwijziging zonder hoor en wederhoor.

De rechtbank heeft het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over hun zoon toegekend, ondanks de zorgen van de moeder, gezien de positieve ontwikkeling van de vader.

De rechtbank wijzigt de zorgregeling tussen ouders na ontbinding geregistreerd partnerschap, met nadruk op communicatieproblemen en het belang van de kinderen.

Rechtbank Midden-Nederland beslist op 18 november 2024 over voorlopige omgangsregeling en gelast onderzoek naar veiligheid bij omgang tussen vader en minderjarige, na tegenstrijdige stellingen van ouders.

De rechtbank benoemt een bijzondere curator voor een minderjarige, die succesvol heeft bijgedragen aan de communicatie tussen de ouders en de ontwikkeling van een nieuwe zorgregeling. De bijzondere curator wordt ontslagen van haar functie na positieve evaluatie.

De kinderrechter heft de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen op, omdat de vader weigert mee te werken en er geen ontwikkelingsbedreiging kan worden vastgesteld.

De rechtbank wijst de verzoeken van de moeder af en bevestigt dat de minderjarige bij zijn vader blijft wonen, met een omgangsregeling met de moeder.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat hoor en wederhoor is geschonden in Wvggz-zaak, toekennen schadevergoeding van € 1.000,- aan betrokkene.

De rechtbank wijzigt de omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige] naar begeleide omgang, gezien de zorgen over de huidige regeling en het belang van het kind.

De kinderrechter wijst het verzoek tot ondertoezichtstelling af, omdat de vader onbereikbaar is voor hulp en de situatie niet verbetert. De verantwoordelijkheid voor agressie ligt bij de vader, niet bij de moeder.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige] met drie maanden, tot 25 januari 2025, en houdt de overige verzoeken aan. De moeder en vader zijn bezorgd over de duur van de uithuisplaatsing en de communicatie met de GI.

De kinderrechter wijst het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling af, omdat de ouders aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt en er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging meer is voor de kinderen.

Tussenbeschikking over echtscheiding en zorgregeling; hulpverlening door Dynamiek Jeugd en aanvullend onderzoek naar veiligheid van kinderen.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van een kind tot 15 november 2024, met aandacht voor de medische zorg en hechting aan de ouders.

De rechtbank verleent vervangende toestemming voor wijziging van het verblijf van [minderjarige] naar een ander gezinshuis, gezien zorgen over het opvoedklimaat in het huidige gezinshuis.

De rechtbank verklaart pleegouders niet-ontvankelijk in hun verzoek tot wijziging voogdij en wijst het verzoek om benoeming van een bijzondere curator af.

De rechtbank beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders en wijzigt de zorgregeling naar week-op-week-af, vanwege de problematische communicatie tussen de ouders.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van een minderjarige met een jaar, nu de moeder haar gezag heeft verloren en de vader alleen met het gezag is belast.

De kinderrechter schorst de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen voor twee weken en wijzigt de zorgregeling, waarbij de GI de regie krijgt over de omgang met de vader.

De kinderrechter verklaart de schriftelijke aanwijzing van de GI vervallen, omdat deze niet zorgvuldig tot stand is gekomen en in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Rechtbank Midden-Nederland wijst het verzoek van de vader af om omgang met zijn dochter, gezien het huiselijk geweld en de impact op de minderjarige.

Rechtbank Midden-Nederland weigert vervangende toestemming voor verhuizing naar Engeland en wijzigt zorgregeling ten gunste van de vader.

De rechtbank wijst het verzoek van de GI om vervangende toestemming voor wijziging van het verblijf van de minderjarige af, o.b.v. onvoldoende onderbouwing van de noodzaak.

De rechtbank heeft het verzoek tot plaatsing van een minderjarige in Spanje afgewezen, omdat de vereiste goedkeuringsprocedure niet is gevolgd. Het verzoek tot wijziging van het verblijf is aangehouden voor verdere behandeling op 11 juli 2024.