In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) en een gedaagde partij, die wordt beschuldigd van het indienen van een frauduleuze schadeclaim. De zaak betreft een aanrijding die op 30 juni 2020 heeft plaatsgevonden, waarbij de gedaagde een claim heeft ingediend voor schade aan de BMW van zijn zus, die hij bestuurde. NN heeft echter geconstateerd dat de schade aan de BMW niet overeenkomt met de opgegeven toedracht van de aanrijding, wat heeft geleid tot een fraudeonderzoek.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2023 heeft NN haar standpunt toegelicht, ondersteund door rapporten van deskundigen die de schade hebben onderzocht. De deskundigen concludeerden dat de schade aan de BMW afkomstig was van meerdere evenementen en niet alleen van de aanrijding met de Citroën, zoals door de gedaagde werd gesteld. NN heeft de gedaagde aansprakelijk gesteld voor de kosten van het fraudeonderzoek, die in totaal € 3.499,73 bedragen, en vorderde daarnaast buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven en dat hij gehouden is om de door NN gemaakte kosten te vergoeden. De vordering van NN is toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten, die niet voldoende waren onderbouwd. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten aan de zijde van NN. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.