ECLI:NL:RBMNE:2023:5095

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 augustus 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
16-661837-14
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 21 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene, geboren in 1984. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar toegewezen. De beslissing is gebaseerd op een advies van deskundigen, waaruit blijkt dat de betrokkene nog steeds lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder schizofrenie en stoornissen in het gebruik van middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een hoog recidiverisico aanwezig is bij beëindiging van de maatregel, en dat de veiligheid van anderen in het geding is. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het advies van de deskundigen en heeft dit overgenomen. De betrokkene heeft in de afgelopen periode stabiel gefunctioneerd en is medicatietrouw, wat positief is voor zijn resocialisatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel de tbs normaal gesproken met twee jaar zou worden verlengd, in dit geval een uitzondering gemaakt kan worden, gezien de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de tbs over een jaar. De rechtbank heeft daarom besloten de tbs met één jaar te verlengen, en heeft geen aanleiding gezien om een maatregelenrapport op te stellen voor de volgende verlengingszitting.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-661837-14 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 21 augustus 2023
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene],
geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] te [plaats 1] ,
hierna: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 7 juli 2015 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich heeft schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd en bedreiging met zware mishandeling;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 5 september 2015;
  • de beslissing van deze rechtbank van 29 augustus 2022, waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met een jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 13 juli 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [verblijfplaats] (hierna: de inrichting) van
7 juli 2023, opgemaakt door drs. [A] (directeur behandelzaken), drs. [B] (hoofd behandeling), dr. [C] (psychiater) en [D] (algemeen directeur), inhoudend het advies om de tbs met verpleging te verlengen met een jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode april 2022 tot en met 1 mei 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 21 augustus 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A.A. Nieli;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, drs. [B] hoofd behandeling.

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde verlengingsadvies.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt is – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel hoog ingeschat.
Het advies luidt de tbs met dwangverpleging te verlengen voor de duur van een jaar.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd de tbs te verlengen met één jaar.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de verlenging van de tbs met dwangverpleging met één jaar.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering - kan de tbs worden verlengd?
Betrokkene is bij vonnis van 7 juli 2015 veroordeeld voor poging tot doodslag, bedreiging
met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd en bedreiging met zware
mishandeling. Bij dat vonnis heeft de rechtbank overwogen dat de opgelegde tbs niet is
gemaximeerd.
Omdat de tbs niet is gemaximeerd, kan die worden verlengd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de deskundigenrapporten blijkt dat er nog steeds sprake is van
stoornissen bij betrokkene, te weten:
- schizofrenie;
- een stoornis in cannabisgebruik: matig/ernstig;
- een stoornis in alcoholgebruik: ernstig;
- een stoornis in gebruik van een amfetamineachtig middel: matig/ernstig.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
De rechtbank is, gelet op het advies van de inrichting en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de tbs vereist. Daarbij wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
In de afgelopen periode heeft betrokkene stabiel gefunctioneerd: hij is medicatietrouw, gebruikt geen middelen, houdt zich aan afspraken en voorwaarden en is goed in contact met het team van [verblijfplaats] .
Zoals uit de laatste verlengingsbeslissing van deze rechtbank blijkt, is betrokken als gevolg van het (in overleg met zijn behandelaar) afbouwen van zijn antipsychotica begin 2022 gedecompenseerd. Deze laatste psychotische ontregeling heeft betrokkene het inzicht gegeven dat hij medicatie moet blijven gebruiken om stabiel te blijven.
Omdat het recidiverisico bij betrokkene vrijwel volledig samenhangt met een psychotische ontregeling in combinatie met middelengebruik - waar sinds de laatste decompensatie geen sprake meer van is - heeft betrokkene het afgelopen jaar snel stappen kunnen zetten: op 9 november 2022 is hij op de resocialisatieafdeling geplaatst en per 11 februari 2023 is hij geplaatst op een trainingswoning met begeleiding in [plaats 1] .
Betrokkene zal zijn resocialisatie vanaf 12 september 2023 voortzetten in een trainingswoning van [instelling] , een organisatie voor begeleid wonen in [plaats 2] . Zodra betrokkene bij [instelling] wordt geplaatst zal de reclassering worden ingeschakeld in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht ter voorbereiding op proefverlof en/of voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De deskundige heeft ter zitting bevestigd dat de voorwaardelijke beëindiging over een jaar mogelijk aan de orde zal zijn.
Het uitgangspunt van de rechtbank is dat de tbs wordt verlengd met twee jaar als aannemelijk is dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een jaar. Als de tbs over een jaar mogelijk voorwaardelijk beëindigd zou kunnen worden, kan van dit uitgangspunt worden afgeweken.
De rechtbank is, op grond van het hiervoor weergegeven verloop van de behandeling van betrokkene, van oordeel dat in dit geval inderdaad een uitzondering moet worden gemaakt op het uitgangspunt.
De rechtbank is van oordeel dat de maatregel met één jaar verlengd dient te worden.
Het verzoek om een opdracht te geven voor het opstellen van een maatregelenrapport
Ter zitting heeft de raadsvrouw de rechtbank verzocht om in de beslissing tevens opdracht te geven voor het laten opstellen van een maatregelenrapport voor de volgende verlengingszitting. De rechtbank ziet daartoe geen aanleiding omdat uit het verloop van de tbs van betrokkene tot nu toe blijkt dat de inrichting voortvarend te werk gaat

7.De beslissing

De rechtbank
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met één jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mrs. G.A. Bos en H.J. van Woudenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen – van der Hoek, griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2023.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.