In deze zaak heeft eiser, wonende in Zeewolde, bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde, dat zijn bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dit besluit volgde op een periode van correspondentie tussen eiser en een beleidsmedewerker van de gemeente over het onderhoud van tien Italiaanse populieren nabij de woning van eiser. Eiser had in zijn e-mails zijn bezorgdheid geuit over de hoogte van de bomen en de veiligheid in de omgeving. Het college heeft in zijn besluit van 5 december 2022 aangegeven dat er geen besluit was waartegen bezwaar kon worden gemaakt, en heeft eiser een informatiebrief gestuurd waarin werd uitgelegd dat de bomen voorlopig konden blijven staan.
De rechtbank heeft op 20 oktober 2023 het beroep van eiser behandeld. Eiser was aanwezig, terwijl het college werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de e-mailwisseling tussen eiser en de beleidsmedewerker geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opleverde. De rechtbank concludeert dat de mededelingen in de e-mailwisseling niet gericht waren op een rechtsgevolg, en dat er derhalve geen sprake was van een besluit waartegen bezwaar kon worden gemaakt.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en benadrukt dat het college en eiser in gesprek moeten blijven over de situatie. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding, en is eiser gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.