4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 1 – vrijspraak dealen van hasj vanaf 25 maart 2021
Aan verdachte is onder feit 1 ten laste gelegd dat hij - rekening houdend met wat hiervoor onder 3 ten aanzien van de gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie over de tenlastegelegde periode is overwogen - zich met anderen in de periode van 25 maart 2021 tot en met 26 maart 2022 te [plaatsnaam 1] beroeps- of bedrijfsmatig heeft schuldig gemaakt aan - kort gezegd- de handel in hasj.
Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier geen bewijs waaruit blijkt dat verdachte zich in die periode schuldig heeft gemaakt aan de handel in hasj. Het dossier bevat alleen aanknopingspunten waaruit kan worden opgemaakt dat sprake is geweest van de handel in hennep. Hoewel beiden afkomstig zijn van de cannabisplant, is hasj niet hetzelfde als hennep en verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het onder feit 1 ten laste gelegde..
Feit 3 – vrijspraak aanwezig hebben hasj
Uit het dossier kan worden opgemaakt dat op 16 december 2021 te [plaatsnaam 1] bij verdachte 137,7 gram hennep is aangetroffen. Aan verdachte is echter ten laste gelegd dat hij op genoemde datum en plaats 137,7 gram hasj voorhanden heeft gehad. Hennep en hasj zijn van elkaar te onderscheiden verdovende middelen. De omstandigheid dat hennep en hasj beiden afkomstig zijn van dezelfde cannabisplant maakt dit niet anders. Verdachte zal om deze reden worden vrijgesproken van wat hem onder feit 3 ten laste is gelegd.
De bewijsmiddelen voor feit 2
In een door verbalisant [verbalisant 4] op 12 januari 2022 opgemaakt proces-verbaal staat - voor zover van belang - het volgende:
Aanleiding
Op 16 december is [verdachte] aangehouden te [plaatsnaam 1] . Tijdens de insluitingsfouillering troffen wij een grote hoeveelheid hennep aan bij [verdachte] . Na weging bleek dit 137.7 gram te zijn. Er zijn tijdens het onderzoek twee telefoons aangetroffen bij [verdachte] welke beiden in beslag genomen zijn.
Onderzoek telefoon
Bij het bekijken van de data van deze in beslaggenomen telefoons zag ik dat er twee groepen actief zijn in het handelen van softdrugs (hennep). Een groep noemt zich [plaatsnaam 2] en de andere groep noemt zich [plaatsnaam 1 ......] . Door beide groepen wordt er een zelfde persbericht uitgestuurd. Vanaf de inbeslaggenomen telefoon van [verdachte] , met telefoonnummer [telefoonnummer 1] , wordt dit bericht verstuurd dat zij van 11:00 uur tot 23:00 uur actief zijn met het bezorgen.
[verdachte] is een keer eerder aangehouden ter zake handel in softdrugs. Toen waren de telefoons ook in beslag genomen. Op de telefoon werd er toen ook twee groepen gezien die zich toen kenbaar maakten als [naam 1] , wel bekend als [plaatsnaam 1] en [naam 2] , wel bekend als [plaatsnaam 2] . De verdenking bestaat dat beiden groepen van naam zijn gewisseld maar nog doorgaan met hun activiteiten met het handelen in softdrugs.
De telefoons die aangetroffen zijn bij [verdachte] zijn: [telefoonnummer 1] , IMEI nummer [IMEI nummer 1] , gebruikersnaam [plaatsnaam 2] en [telefoonnummer 2] , IMEI nummer [IMEI nummer 2] , gebruikersnaam [verdachte (voornaam)] , betreft zijn privé telefoon.
Ik zag dat [verdachte (voornaam)] , op zijn privé telefoon benaderd is door het nummer [telefoonnummer 1] , [plaatsnaam 2] , met de tekst: “Yoo ben je actief, waarop [verdachte] antwoordt: Ja.”.
Ik zag ook dat het nummer [telefoonnummer 1] , de handtekening gebruikt groetjes [.] en [.] . Hierdoor heb ik de verdenking dat dit een dealer lijn is, die onder [verdachte] is aangetroffen tijdens zijn aanhouding op 16 december 2021. Ik zag dat er op de dealer telefoon ongeveer 85 afnemers stonden. In alle whatsapp gesprekken zag ik dat er constant vanuit de afnemer gevraagd werd of hij, de dealer, tijd had en langs kon komen. In sommige gesprekken was ook daadwerkelijk te zien dat ze het over wierrie, wel bekend als wiet, spraken of een joint als afbeelding lieten zien.
Horen koper:
Op 11 januari 2022, ben ik bij een afnemer langs geweest voor het afnemen van een getuige verklaring. De getuige verklaarde dat er iedere keer een persbericht wordt verzonden als er weer een nieuw nummer actief is. Het persbericht bestaat dan uit groetjes [.] en [.] . In de tijd dat ik bij deze verkoper koop zijn er al meerdere dealers, dus verschillende personen, bij mij geweest. De getuige verklaard: “Op 9 januari 2022, heb ik nog wiet bij hun gekocht. Het laatste telefoonnummer wat ik gebruik hebt om wiet te bestellen is: [telefoonnummer 3] .” Mijn verdenking is dat het telefoonnummer, [telefoonnummer 3] , het nieuwe dealnummer is voor het kopen van hennep in [plaatsnaam 2] . Het telefoonnummer betreft een prepaid telefoonnummer.
In een door verbalisant [verbalisant 5] op 28 maart 2022 opgemaakt proces-verbaal staat – voor zover van belang – het volgende:
Ik deed onderzoek naar de twee in beslaggenomen telefoons.
Onderzoek telefoon 1:
IMEI: [IMEI nummer 1] en MSISDN: + [telefoonnummer 1]
Whatsapp onderzoek: Profielnaam [plaatsnaam 2]
Deze telefoon werd door mij onderzocht en ik herkende direct twee groepen aan de gebruikers iconen en het automatisch reply bericht. Ik zag de groep [plaatsnaam 1 ......] en [plaatsnaam 2] en een automatisch gegenereerd bericht in diverse chats. “Bedankt voor uw bericht Groetjes [.] en [.] ”.
De groep [naam 1] en [plaatsnaam 1 ......] maken gebruik van dezelfde profielafbeelding. De groep [naam 2] en [plaatsnaam 2] maken gebruik van dezelfde profielafbeelding.
In het gesprek tussen [plaatsnaam 1 ......] en [plaatsnaam 2] zag ik dat [plaatsnaam 1 ......] meermaals [plaatsnaam 2] aanstuurt om naar verschillende adressen te gaan.In de bijlage van dit proces verbaal zitten de screenshots van het gesprek. Van 5 oktober 2021 tot en met 16 december 2021(opmerking rechtbank: de gesprekken vonden plaats van 5 tot en met 9 oktober 2021en van 16 november tot en met 16 december 2021.)
Verdachte: [verdachte]
Goed(eren) PL0900-2021394797-2921959
Uit een op 16 december 2021 opgemaakte Kennisgeving van inbeslagneming blijkt dat op voornoemde datum onder [verdachte] een Apple Iphone in beslag is genomen, met als goednummer: PL0900-2021394797-2921959.
In een door verbalisant [verbalisant 4] op 15 februari 2022 opgemaakt proces-verbaal, met bijlagen, staat – voor zover van belang - het volgende:
In verband met het onderzoek handel naar verdovende middelen ben ik belast met het uitluisteren van de tap. Het nummer wat onderzocht wordt op de tap is: [telefoonnummer 3] .
Ik heb meerdere bel gesprekken over de tap gehoord met het nummer: [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 4] . Tijdens alle gesprekken over de tap met het nummer, [telefoonnummer 5] , heb ik gehoord dat [verdachte] de telefoon opneemt.
Er is vijf keer contact geweest met het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Bij twee van die gesprekken heb ik [verdachte] herkend als zijnde dat hij gebruikt maakt van dat genoemde telefoonnummer.
Ik heb zijn stem herkend omdat ik in de praktijk meerdere malen te maken heb gehad met [verdachte] . [verdachte] maakt nu dus gebruik van het telefoonnummer, [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 4] .
In een door verbalisant [verbalisant 4] op 26 maart 2022 opgemaakt proces-verbaal staat - voor zover van belang – het volgende.
Naar aanleiding van het onderzoek [naam 3] , heb ik de opgenomen telecommunicatie, tussen [verdachte] en de NN verdachte bekeken. Ik heb alle gesprekken tussen het telefoonnummer van de NN verdachte, [telefoonnummer 3] , en de telefoonnummers van [verdachte] , [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 4] , als bijlage bij het proces-verbaal gevoegd.
In de bel gesprekken kwamen berichten naar voren wat vermoedelijk overeen komt met dealberichten. Dit vermoeden wij omdat er enkel berichten worden verzonden om af te spreken op een afgesproken locatie met daarbij een tijdstip. Ook werd er gesproken over wierrie, donnies en twenties, ambtshalve bekend als wiet.
Op alle gesprekken was te horen dat [verdachte] aangestuurd werd door de NNer. Ook was er te horen dat zij eigenlijk via een andere telefoonlijn met elkaar communiceerden, dit was niet de gebruikelijke manier.
Bel gesprekken hebben plaats gevonden tussen 28 januari 2022 en 12 februari 2022.
Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen van 15 februari 2022 (gesprekken)
Gesprek 28 januari 2022 om 21:54 uur
[telefoonnummer 3] : Oké ga naar blauwe Clio hij is bij [locatie 2] ja?
[telefoonnummer 5] : Ja toch, zeg tegen hem 5, 10 minuutjes.
[telefoonnummer 3] : Safi, jo
[telefoonnummer 5] : Ik ben net een broodje aan het eten
[telefoonnummer 3] : Ja ga daar nu naartoe
[telefoonnummer 5] : Jo jo
Gesprek 29 januari 2022 om 16:11 uur
[telefoonnummer 3] : ja
[telefoonnummer 4] : Joo bro. Ik kom aan bij [B (voornaam)] maar ze doet niet open.
[telefoonnummer 3] : waarom bel je mij op deze?
[telefoonnummer 4] : wat zeg je, ja ik bel je op die andere maar je neemt niet op.
[telefoonnummer 3] : wat is hier helemaal mis. Joo ik ga je nu bellen.
[telefoonnummer 4] : ja zeg tegen hem kom nu naar de schuur
[telefoonnummer 3] : jo
[telefoonnummer 4] : jo
Gesprek 30 januari 2022 om 22:27 uur
[telefoonnummer 3] : Ja toch luister uhmm [.] .
[telefoonnummer 5] : Ja.
[telefoonnummer 3] : Ga hem even bellen. Ga naar hem toe ja.
[telefoonnummer 5] : Joo
[telefoonnummer 3] :Joo
[telefoonnummer 5] : Is die nog ziek of niet uhmm.
[telefoonnummer 3] : Is die ziek
[telefoonnummer 5] : Hij had corona die man. Hij zegt tegen mij.
[telefoonnummer 3] : [.] . Laat maar laat maar.
[telefoonnummer 5] : Ouwe. Zeg dan tegen zeg dan tegen hem doe brievenbus werk.
[telefoonnummer 3] : Joo.
[telefoonnummer 5] : Zeg tegen hem doe op de rand van de brievenbus dan doe ik er eentje in
[telefoonnummer 3] : Ik laatje weten joo ciao
Gesprek 31 januari 2022 om 12:40 uur
Samenvatting:
NNman [telefoonnummer 5] maakt ruzie en is op boos op [telefoonnummer 5] [verdachte] , omdat hij nog niet op pad is en aangaf dan bel ik die andere wel.
Gesprek 11 februari 2022 om 19:33 uur
[telefoonnummer 5] : Joo bro
[telefoonnummer 3] : Blauwe clio eerst naar hem, blauwe clio achter de [locatie 2]
[telefoonnummer 5] : Jatoch
[telefoonnummer 3] : Ja
[telefoonnummer 5] : Dus hij is achter de [locatie 2] , of eerst blauwe clio gewoon thuis en daarna achter [locatie 2]
[telefoonnummer 3] : Ga eerst naar [.] wat ik tegen jou zei
[telefoonnummer 5] : Ja daar ben ik nu
[telefoonnummer 3] : Oke en daarna ga je naar blauwe clio achter [locatie 2]
[telefoonnummer 5] : Ja
[telefoonnummer 3] : Blauwe clio achter [locatie 2] en daarna ga je naar [locatie 1]
[telefoonnummer 5] : Joo
[telefoonnummer 3] : Joo
In een door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 6] opgemaakt proces-verbaal van verhoor van [getuige] op 11 januari 2021 staat – voor zover van belang – het volgende:
(…)
O: Tijdens ons onderzoek zien wij dat je meerdere malen contact hebt gehad met een telefoonnummer wat naar voren komt in een drugsonderzoek.
V: Waar ging dit contact over?
A: Over het kopen wiet.
V: Wat is het meest recente nummer waar je wiet bij koopt?
A: [telefoonnummer 3]
V: Wanneer heb je laatst contact gehad?
A: op 9 januari.
V: Wat wilde je kopen?
A: 10 euro wiet.
V: Van wie koop jij deze drugs?
A: Ze noemen zichzelf [.] en [.] . Als ik een nieuw nummer van ze krijg, krijg ik een nieuw bericht met groetjes [.] en [.] .
V: Hoe vaak heb jij al drugs gekocht van de dealer waarbij je op 9 januari heb gekocht?
A: Ongeveer een half jaar.
V: is dat iedere keer dezelfde persoon die komt?
A: Nee
V: Hoe bestel je de drugs?
A: Ik stuur hem een whatsapp bericht met de vraag heb je tijd.
V: Welk telefoonnummer bel je daarvoor?
A: [telefoonnummer 3] .
A: Ik denk dat hij dit nummer nu ongeveer een a twee maanden heeft.
(…)
A: In de half jaar tijd dat ik wiet bij hun koop heb ik al vier verschillende nummers gehad.
A: [telefoonnummer 6] eerste nummer, [telefoonnummer 7] tweede nummer en [telefoonnummer 1] derde nummer. Het is mij bekend dat er een nummer van [plaatsnaam 1] is en een nummer van [plaatsnaam 2] .
(…)
V: Wie komt het dan brengen?
A: Marokkaanse jongen.
V: Is dat dan dezelfde persoon die je daarvoor belt?
A: Nee. Ik krijg wel eens een bericht van iemand anders met de tekst ik stuur hem nu naar jou toe.
(…)
V: Hoeveel verschillende personen heb je aan de deur gehad?
A: Ik denk ongeveer vier jongens.
(…)
A: De laatste jongen die gekomen is, is nieuw. Hij heeft altijd een pet met capuchon op. Deze jongen is nu ongeveer twee maanden bij mij geweest.
(…)
V: Hoeveel drugs koop je per keer?
A: 10 per keer.
(…)
V: Hoe vaak koop jij bij deze dealer?
A: Een a twee keer in de week.
(…)
V: Hoe weet je dat zij van 11:00 uur tot 23:00 uur werken?
A: Omdat ik af en toe een persbericht krijg met daarin de tekst wij werken van 11:00 uur tot 23:00 uur.
(…)
O: Verbalisant laat foto zien van [verdachte] zonder daarbij wat te zeggen.
A: Ja dat is hem. Dat is de laatste waarbij ik heb gekocht op 9 januari 2022. Hij komt altijd met zijn capuchon op.
Bewijsoverweging feit 2
De rechtbank overweegt dat van deelname aan een crimineel samenwerkingsverband in de zin van de Opiumwet sprake is wanneer blijkt van een gestructureerd en duurzaam samen-werkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Voor deelname is van belang dat de verdachte in zijn algemeenheid weet dat de organisatie het oogmerk heeft tot het plegen van drugsdelicten.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte deel heeft genomen aan een gestructureerd crimineel samenwerkingsverband, welke organisatie zich bezighield met het vervoeren, verkopen en afleveren van softdrugs.
Uit het onderzoek blijkt dat afnemers een whatsappbericht naar een bepaald dealernummer konden sturen voor het kopen van wiet. Er was een dealernummer voor [plaatsnaam 1] en er was een dealernummer voor [plaatsnaam 2] . Verder blijkt dat bij een wisseling van het dealer-nummer dit met behulp van een geautomatiseerd bericht aan de betreffende afnemers werd gemeld, waarbij telkens werd afgesloten met de boodschap “groetjes van [.] en [.] ”. Uit de verklaring van de getuige [getuige] , afgelegd op 11 januari 2022, blijkt dat zij verdachte herkent als één van de personen die haar de laatste twee maanden haar bestelling wiet kwam afleveren. Het waren niet altijd dezelfde personen die haar bestelling langsbrachten.
Dat verdachte heeft deelgenomen aan deze groep blijkt, onder meer, uit het feit dat hij op 16 december 2021 is aangehouden met meer dan 130 gram hennep op zak, er bij hem een mobiele telefoon is aangetroffen met het mobiele nummer dat op dat moment als dealernummer werd gebruikt en tot slot dat hij een mobiele telefoon onder zich had waarop hij van een onbekend gebleven persoon aanwijzingen/opdrachten kreeg om meerdere malen per dag wiet af te leveren bij een bepaalde personen op een bepaalde tijd of plek.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de periode dat verdachte aan dit samenwerkings-verband heeft deelgenomen het volgende. Het dossier bevat geen bewijs dat verdachte ook in de periode van 25 maart 2021 tot en met 15 november 2021 deel heeft uitgemaakt van deze groep.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bevindingen van de politie met betrekking tot het gebruik van nummer [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 3] en de getuigenverklaring het dossier voldoende bewijs bevat voor deelname aan de criminele organisatie in de periode van 16 november 2021 tot en met 12 februari 2022.
Wat betreft de periode na 12 februari 2022 tot en met 26 maart 2022 overweegt de rechtbank dat het dossier geen bewijs bevat waaruit blijkt dat verdachte ook in die periode nog deel heeft uitgemaakt van de organisatie.
De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 16 november 2021 tot en met 12 februari 2022 heeft deelgenomen aan een crimineel samenwerkingsverband dat zich bezighield met het verkopen, vervoeren en afleveren van hennep. De rechtbank zal verdachte gedeeltelijk vrijspreken voor wat betreft de periode voor 16 november 2021 en de periode na 12 februari 2022.
De bewijsmiddelen voor de feiten 4, 5 en 6
In een door verbalisant [verbalisant 3] op 26 maart 2022 opgemaakt proces-verbaal staat - voor zover van belang - het volgende:
Verzoek aanhouding buiten heterdaad
Vanuit het recherche team kregen wij het verzoek om op 26 maart 2022 bij het [adres 2] te [plaatsnaam 2] langs te gaan. Op dit adres zou een verdachte, [verdachte] , geboren [1999] te [plaatsnaam 1] , verblijven welke buiten heterdaad aangehouden kon worden.
Ter plaatse
Op 26 maart 2022 gingen wij aan de deur bij het eerdergenoemd adres.
Aanhouding
Op 26 maart 2022 hoorde ik collega [verbalisant 2] tegen de verdachte zeggen dat hij was aangehouden ter zake handel in drugs. Ik hoorde de verdachte meermaals zeggen:
- jullie zijn kankerhonden;
- jullie zijn kankerlijers;
- jullie kankermoeders;
- ik ga jullie schieten.
Nadat de verdachte zich aangekleed had hoorde ik collega [verbalisant 2] zeggen dat gezien zijn verleden met verzet plegen en gevaar voor ontvluchten, wij hem in de transportboeien gingen plaatsen. Ik zag dat de verdachte zijn spieren aanspande, zijn handen tot vuisten balde.
Tijdens het naar buiten lopen verzette de verdachte zich door de andere kant op te bewegen dan de richting waar ik hem naartoe trachtte te bewegen.
Ik nam plaats naar de verdachte op de achterbank van het voertuig. Ik zag dat hij geboeid zijn armen draaide en zijn gordel herhaaldelijk loshaalde en van de achterbank omhoog kwam.
Tijdens de rit begon de verdachte zich steeds heviger te verzetten. Ik hoorde dat hij de volgende dingen herhaaldelijk zei:
- ik ga jullie doodmaken;
- Kankerlijers;
- Je kankermoeder.
Tijdens deze fouillering hoorde ik dat de verdachte de volgende dingen zei:
- kankerhonden;
- Ik spuug op jullie;
- Ik maak jullie dood.
Op het moment dat wij de verdachte loslieten zag ik dat de verdachte op collega [verbalisant 1] spuugde.
Op 26 maart 2022 heeft verbalisant [verbalisant 1] aangifte gedaan van belediging. In het daarvan opgemaakte proces-verbaal staat – voor zover van belang – het volgende:
Ik voel me beledigd door [verdachte] , hij heeft in mijn gezicht gespuugd en bedreigd met woorden als kankermoeder en ik schiet je neer.
Op 26 december 2022 (de rechtbank begrijpt: 26 maart 2022) was ik samen met andere collega’s, op politiebureau [plaatsnaam 1] om een verdachte, [verdachte] , op te vangen die door collega’s in [plaatsnaam 2] was aangehouden.
Hij was agressief en bleef schelden met woorden als kanker. Toen ik alleen met [verdachte] in de cel was en de cel uit wilde lopen, spuugde hij in mijn gezicht en op mijn jas.
In een door verbalisant [verbalisant 1] op 26 maart 2022 opgemaakt proces-verbaal staat – voor zover van belang – het volgende:
Op 26 maart 2022 bevond ik mij in het politiebureau [plaatsnaam 1] . Ik hoorde [verdachte] onder andere het volgende zeggen/roepen:
- Kankerlijers
- Je kankermoeder
- Ik ga jullie schieten.
Toen ik op wilde staan zag ik dat [verdachte] snel opstond van de grond. Ik zag en hoorde dat hij in de richting van mijn hoofd spuugde. Ik voelde dat hij daardoor de linker zijkant van mijn hoofd raakte met zijn spuug. Na het verlaten van de cel heb ik in de spiegel gekeken. Ik zag dat er op de linkerzijde van mijn hoofd een klodder spuug zat. Ik zag tevens dat er spuug op mijn jas zat ter hoogte van mijn linkerschouder.
Op basis van voorgaande bewijsmiddelen acht de rechtbank de feiten 4, 5 en 6 bewezen zoals hierna onder 5 is weergegeven.