In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op haar bezwaar tegen een e-mail van 2 augustus 2022. Deze e-mail betrof een mondelinge bouwstop die was opgelegd door een toezichthouder van de gemeente, omdat er zonder omgevingsvergunning werd gebouwd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen zowel de e-mail als het daaropvolgende besluit van 5 augustus 2022, waarin de bouwstop schriftelijk werd vastgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is, omdat zij geen procesbelang heeft bij de uitkomst van deze procedure. De rechtbank stelt vast dat de e-mail van 2 augustus 2022 geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het college niet verplicht was om op het bezwaar te beslissen. Eiseres kan niet in een gunstiger positie komen door een beslissing op haar bezwaar, aangezien de e-mail en het besluit van 5 augustus 2022 betrekking hebben op hetzelfde onderwerp. De rechtbank concludeert dat er geen grondslag is voor een proceskostenveroordeling en dat het college geen besluit op bezwaar hoeft te nemen. De uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 november 2023.