Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van [verdachte (voornaam)] ter terechtzitting van 28 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] van 21 oktober 2022
5.BEWEZENVERKLARING
op 16 oktober 2022 te [plaats] een wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een explosief, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voorhanden heeft gehad.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJ
- Twee pilaren en twee bloempotten: € 2.450,00
- Drie isolatieglas: € 2.788,00
- Een voordeur hout: € 2.266,00
- Stuc- en schilderwerk: € 1.600,00
- Buitentegel inclusief spot: € 600,00
- Twee camera’s hikvision: € 598,00
- Deurbel ring camera: € 249,99
- Buitenlamp ( [.] ): € 169,95
- Maandhuur oktober: € 748,00
- Maandhuur november: € 1.450,00
- Maandhuur december: € 1.450,00
- Eigen bijdrage 2023 (psycholoog): € 385,00.
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 36b, 36d, 36f, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77gg en 157 van het Wetboek van Strafrecht, en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie,
12.BESLISSING
een jeugddetentie van 90 dagen;
een gedeelte van 46 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
een proeftijd van twee (2) jarenvast;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 11.757,94;
- veroordeelt [verdachte (voornaam)] tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de volgende wettelijke rente:
- over een bedrag van € 7.933,94 vanaf 16 oktober 2022 (materiële schade aan en rond woning)
- over een bedrag van € 374,00 vanaf 31 oktober 2022 (huur woning oktober)
- over een bedrag van € 725,00 vanaf 28 november 2022 (huur woning november)
- over een bedrag van € 725,00 vanaf 26 december 2022 (huur woning december)
- over een bedrag van € 2.000,00 vanaf 16 oktober 2022 (immateriële schade)
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 11.757,94 te betalen, vermeerderd met de volgende wettelijke rente:
- over een bedrag van € 7.933,94 vanaf 16 oktober 2022 (materiële schade aan en rond woning)
- over een bedrag van € 374,00 vanaf 31 oktober 2022 (huur woning oktober)
- over een bedrag van € 725,00 vanaf 28 november 2022 (huur woning november)
- over een bedrag van € 725,00 vanaf 26 december 2022 (huur woning december)
- over een bedrag van € 2.000,00 vanaf 16 oktober 2022 (immateriële schade)