ECLI:NL:RBMNE:2023:6727
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in het kader van maatschappelijke opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak hebben verzoekers, zonder vaste woon- of verblijfplaats, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bij de gemeente Almere. Verzoekers hebben zich op 13 november 2023 bij het college gemeld voor maatschappelijke opvang, nadat zij eerder in de gemeente Rotterdam verbleven, waar zij geen hulp meer konden ontvangen. Tevens hebben zij tijdelijk gebruik gemaakt van de winteropvang in een andere gemeente.
De voorzieningenrechter heeft op 15 december 2023 uitspraak gedaan en oordeelt dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat er geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is genomen door het bestuursorgaan. Verzoekers hebben een e-mail overgelegd van hun begeleidster, waarin zij verzoekt om een ‘weigering beschikking’, maar de voorzieningenrechter concludeert dat deze e-mail geen besluit is, omdat het niet gaat om een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan.
De voorzieningenrechter heeft verzoekers op 1 december 2023 verzocht om het besluit waarop het verzoek betrekking heeft toe te sturen, maar de gemachtigde heeft aangegeven dat er geen besluit beschikbaar is. Hierdoor is het rechtsmiddel van bezwaar nog niet open en kunnen verzoekers geen verzoek om voorlopige voorziening indienen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek niet inhoudelijk kunnen behandelen en verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.