In deze zaak heeft eiser, ingeschreven op het adres van zijn moeder, een bijstandsuitkering ontvangen op basis van de Participatiewet (Pw) naar de norm van een kostendeler voor twee personen. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, heeft echter vastgesteld dat eiser geen woonadres had en heeft zijn briefadres niet verlengd. Dit leidde tot de intrekking van de bijstandsuitkering per 13 juni 2022. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar verweerder heeft de uitkering gewijzigd naar de norm van een kostendeler voor drie personen, omdat eiser zich had ingeschreven op een ander adres waar al twee volwassen hoofdbewoners stonden ingeschreven.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 20 oktober 2023 behandeld. Eiser betoogde dat de wijziging van de kostendelersnorm onterecht was, omdat hij feitelijk niet op het nieuwe adres woonde, maar enkel daar was ingeschreven om een uitkering te kunnen ontvangen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser op het nieuwe adres stond ingeschreven en dat verweerder terecht de kostendelersnorm voor drie personen heeft toegepast. De rechtbank oordeelde dat eiser verantwoordelijk was voor de informatie die hij had verstrekt en dat de wijziging van de kostendelersnorm terecht was.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van verweerder om de bijstandsuitkering te wijzigen naar de norm voor drie personen rechtmatig was. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter G.P. Loman en is openbaar uitgesproken op 15 december 2023.