ECLI:NL:RBMNE:2023:6865
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.R. Es-de Vries
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en de verantwoordelijkheid van de parkeerder
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, die op 30 juni 2022 zijn voertuig parkeerde op de Amsterdamsestraatweg, ontving een naheffingsaanslag van € 71,03, bestaande uit € 4,53 aan kosten voor parkeerbelasting en € 66,50 aan naheffingskosten. Eiser stelde dat zijn parkeerapplicatie niet werkte, waardoor hij zijn voertuig pas om 11.18 uur kon aanmelden, terwijl de naheffingsaanslag om 10.49 uur was opgelegd. Eiser voerde aan dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het niet tijdig aanmelden van zijn voertuig.
De heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder in deze zaak, verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond. Verweerder stelde dat er geen defecte parkeerautomaten waren en dat er voldoende mogelijkheden waren om de parkeerbelasting te voldoen. De rechtbank oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van eiser was om ervoor te zorgen dat de parkeerbelasting tijdig werd voldaan, ongeacht de werking van de parkeerapplicatie. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Eiser kreeg geen gelijk en zijn griffierecht werd niet teruggegeven. De rechtbank zag ook geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van parkeerders om ervoor te zorgen dat zij voldoen aan de parkeerregels, ongeacht technische problemen met parkeerapplicaties. Eiser werd in de gelegenheid gesteld om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na verzending van de uitspraak.