In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 14 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een aanvraag voor een medische urgentie voor woningtoewijzing had ingediend, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres, die sinds 2012 staat ingeschreven bij WoningNet en afwisselend bij familieleden verblijft, had op 28 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring wegens medische redenen. Het college heeft deze aanvraag op 19 september 2022 afgewezen, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 7 februari 2023. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 2 november 2023 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor een urgentieverklaring, omdat zij geen zelfstandige woonruimte heeft en niet voldoende heeft gereageerd op het woningaanbod. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het college terecht geen hardheidsclausule heeft toegepast, omdat er geen sprake is van een levensbedreigende situatie die alleen door middel van een urgentie kan worden opgelost. Eiseres heeft weliswaar medische klachten, maar de rechtbank oordeelt dat deze niet zo ernstig zijn dat ze een urgentieverklaring rechtvaardigen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor medische urgentie door het college in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De rechtbank heeft benadrukt dat het beleid van het college niet onevenredig is en dat de schaarste op de woningmarkt een belangrijke factor is in de beoordeling van urgentieaanvragen.