Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 november 2023 in de zaak tussen
Procesverloop
mr. M.F.M. Boerlage.
Overwegingen
1 februari 2022, ontvangen door de rechtbank op 22 maart 2022, heeft [A] een uitvergroot deel van een machtiging overlegd waaruit niet op is te maken of en door wie de machtiging is ondertekend. In de begeleidende brief schrijft [A] onder meer:
“N.a.v. uw recente epistel annex laatste missive: het adres staat vermeld in het inleidende beroepschrift en/of op het aanslagbiljet zelf en/of onder “kenmerk” in uw eigen correspondentie en het verder door u verzochte c.q. benodigde maakt reeds deel uit van uw dossier(s van dezelfde opdrachtgever) c.q. is (nogmaals) – al dan niet in kopie – bijgevoegd!”
een volledige leesbare schriftelijke machtiging.
29 april 2022. Hierin staat duidelijk dat hij een volledige leesbare schriftelijke machtiging dient te overleggen. Weliswaar is een e-mail bijgevoegd van een emailadres van VOF [VOF] , maar de rechtbank oordeelt die e-mail van een werknemer van VOF [VOF] onvoldoende om daaruit een machtiging van een bevoegde bestuurder van VOF [VOF] aan [A] te kunnen afleiden. Dat betekent dat er in deze beroepsprocedure geen toereikende machtiging is overgelegd. Mr. [A] heeft ter zitting aangegeven dat er waarschijnlijk iets is misgegaan met het printen van de machtiging. Hij heeft zondag 12 november 2023 om 12:15 uur een email gestuurd met daarin een machtiging ondertekend door [B] . Dit is echter ver buiten de daarvoor gestelde termijn. Dit stuk zal dan ook niet in behandeling genomen worden door de rechtbank. Zoals de meervoudige kamer van deze rechtbank op
25 juni 2020 [1] heeft beslist, is het niet (op tijd) aanleveren van een toereikende machtiging met onderliggende stukken een reden om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
13 november 2023. Omdat dit stuk pas bij de rechtbank is binnen gekomen nadat het onderzoek op 13 november 2023 ter zitting is gesloten en dit stuk geen aanleiding geeft om het onderzoek te heropenen, wordt dit stuk niet in behandeling genomen door de rechtbank.
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 16 november 2023.