In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ANWB B.V. en een gedaagde. De kern van de zaak betreft de vraag of de gedaagde een bedrag van € 100,- moet betalen aan ANWB B.V. voor de jaarlijkse contributie van zijn lidmaatschap. De gedaagde heeft in het verleden wel een betaling gedaan, maar deze betaling is enkele dagen later door hem gestorneerd. ANWB B.V. heeft het lidmaatschap van de gedaagde per 6 juli 2020 beëindigd wegens het niet voldoen van de contributie voor de periode van augustus 2019 tot augustus 2020.
ANWB B.V. vordert in deze procedure betaling van de hoofdsom van € 100,-, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde zijn verplichtingen uit het lidmaatschap niet is nagekomen, aangezien de betaling van de contributie niet is voldaan. De kantonrechter heeft de ingangsdatum van de wettelijke rente vastgesteld op de datum van de dagvaarding, 12 januari 2023, omdat ANWB B.V. onvoldoende heeft aangetoond dat de gedaagde eerder in verzuim was.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 100,- aan ANWB B.V., vermeerderd met wettelijke rente, en € 40,- aan buitengerechtelijke kosten. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 353,99. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.