Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
De kern van de zaak
160,00(2 punten x tarief € 80,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De kern van de zaak betreft de vraag of de gedaagde een bedrag van € 124,81 moet betalen aan NS Reizigers B.V. Dit bedrag is het restant van een factuur die verband houdt met een abonnementsovereenkomst die op 25 oktober 2021 is gesloten. De gedaagde had gekozen voor het NS Flex Traject Vrij abonnement, maar heeft zijn betalingsverplichtingen niet nagekomen, wat leidde tot een ontbinding van de overeenkomst door NS per 1 februari 2022.
NS vorderde in deze procedure betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De gedaagde voerde aan dat hij al een bedrag van € 280,60 had betaald, maar kon dit niet aantonen met bewijsstukken. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zijn verplichtingen uit de abonnementsovereenkomst niet was nagekomen en dat hij het openstaande bedrag van € 124,81 aan NS moest betalen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de gevorderde buitengerechtelijke kosten en proceskosten aan de zijde van NS.
De uitspraak benadrukt het belang van het kunnen aantonen van betalingen in geschillen over abonnementsovereenkomsten en de gevolgen van het niet nakomen van betalingsverplichtingen. De kantonrechter heeft de vordering van NS in zijn geheel toegewezen, inclusief de wettelijke rente over het openstaande bedrag en de proceskosten.