ECLI:NL:RBMNE:2024:1238

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
10787762 \ AC EXPL 23-2547
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over oproeping in vrijwaring met betrekking tot een partnerovereenkomst voor schoonmaakdiensten

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Midden-Nederland, heeft de kantonrechter op 6 maart 2024 een vonnis gewezen in een incident betreffende een oproeping in vrijwaring. De eisende partij, [bedrijf] B.V., gevestigd in [vestigingsplaats], heeft een vordering ingesteld tegen [gedaagde], wonend in [woonplaats], met betrekking tot een partnerovereenkomst voor schoonmaakdiensten. [bedrijf] vordert een betaling van € 1.270,50, vermeerderd met rente en kosten, voor offerteaanvragen die tussen oktober en december 2022 zijn geleverd.

[gedaagde] heeft in haar verweer aangevoerd dat zij gronden heeft om mevrouw [A] in vrijwaring op te roepen, omdat de diensten volgens haar in werkelijkheid aan [A] zijn geleverd en niet aan haarzelf. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende gronden zijn voor de gevorderde oproeping in vrijwaring en heeft de kosten van het incident gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

De kantonrechter heeft tevens bepaald dat er een mondelinge behandeling in de hoofdzaak zal plaatsvinden, waarbij partijen in persoon moeten verschijnen, eventueel bijgestaan door een gemachtigde. De rolzitting is vastgesteld op 3 april 2024 om 9:30 uur, waarbij partijen niet hoeven te verschijnen, maar wel hun verhinderdagen moeten opgeven. De kantonrechter heeft benadrukt dat de mondelinge behandeling in beginsel niet zal worden uitgesteld en dat partijen alle relevante stukken ten minste één week voor de zitting moeten indienen. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 10787762 AC EXPL 23-2547 WMB/61313
Vonnis in incident van 6 maart 2024
in de zaak van
[bedrijf] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eisende partij in de hoofdzaak,
verwerende partij in het incident,
hierna te noemen: [bedrijf] ,
gemachtigde: Armaere B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in het incident,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 oktober 2023 met producties;
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties;
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Hierna is bepaald dat er een vonnis in het incident zal worden gewezen.

2.De beoordeling

De kantonrechter zal in het incident de oproeping in vrijwaring toestaan
2.1.
[bedrijf] stelt dat zij met [gedaagde] een partnerovereenkomst heeft gesloten en dat zij op basis daarvan aan [gedaagde] offerteaanvragen voor schoonmaakdiensten heeft geleverd. [bedrijf] wil dat [gedaagde] € 1.270,50 (vermeerderd met rente en kosten) betaalt voor de offerteaanvragen die zij van oktober tot en met december 2022 aan haar geleverd heeft.
2.2.
[gedaagde] heeft gemotiveerd gesteld dat zij gronden heeft om mevrouw [A] (hierna: [A] ) in vrijwaring op te roepen, omdat de [bedrijf] volgens haar in werkelijkheid aan [A] zijn geleverd en niet aan haarzelf.
2.3.
[bedrijf] heeft zich wat betreft de vrijwaring gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter.
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende gronden bestaan voor de gevorderde oproeping in vrijwaring.
2.5.
De kosten van het vrijwaringsincident zullen worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De kantonrechter zal een mondelinge behandeling bepalen in de hoofdzaak
2.6.
Voordat er een beslissing in hoofdzaak wordt genomen, wil de kantonrechter aanvullende inlichtingen van partijen. In de hoofdzaak zal daarom een mondelinge behandeling worden bepaald.
2.7.
De kantonrechter zal een rolzitting houden voor het bepalen van een dag en tijdstip waarop de mondelinge behandeling kan plaatsvinden. Op deze rolzitting hoeven partijen niet te verschijnen, maar kunnen zij schriftelijk verhinderdata doorgeven. In zijn algemeenheid zullen partijen binnen 14 dagen na de rolzitting bericht van de griffier ontvangen over de datum en het tijdstip waarop de mondelinge behandeling zal plaatsvinden.
2.8.
De kantonrechter verzoekt partijen om alle stukken die van belang zijn en nog niet eerder zijn toegezonden, tenminste één week voor de zitting (mondelinge behandeling) in kopie aan de kantonrechter en aan de wederpartij toe te zenden.
2.9.
Partijen worden erop gewezen dat in het nadeel kan worden beslist van de partij die zonder gegronde reden niet op de mondelinge behandeling verschijnt.
2.10.
Voor de behandeling van de zaak worden 60 minuten uitgetrokken. Tijdens de mondelinge behandeling wordt aan partijen geen gelegenheid gegeven voor het houden van een pleidooi (het juridisch beargumenteren van de zaak aan de hand van een uitgeschreven pleitnota).

3.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident
3.1.
staat toe dat mevrouw [A] door [gedaagde] wordt gedagvaard tegen de roldatum van 3 april 2024 om 9:30 uur;
3.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat partijen de eigen kosten dragen;
in de hoofdzaak
3.3.
beveelt partijen om in persoon, eventueel bijgestaan door een gemachtigde, voor de kantonrechter te verschijnen om verdere inlichtingen te geven op een, in overleg met partijen, nog vast te stellen dag en tijdstip;
3.4.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 3 april 2024 om 9:30 uur; op deze rolzitting hoeven partijen niet te verschijnen;
3.5.
bepaalt dat beide partijen voor of uiterlijk op de hiervoor vermelde rolzitting schriftelijk aan de rechtbank, afdeling civiel, kanton, kunnen opgeven op welke dagen zij in de drie maanden daarna verhinderd zijn; daarvoor gelden de volgende regels:
- bij de opgave dienen partijen ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop de mondelinge behandeling zou kunnen plaatsvinden;
- indien partijen bij hun opgave minder dan het hiervoor verzochte aantal dagdelen vrij laten, zal de mondelinge behandeling kunnen worden bepaald op een niet daarvoor opgegeven dagdeel;
- vervolgens zal een datum en tijdstip voor de mondelinge behandeling worden bepaald;
- indien partijen geen gebruik maken van de mogelijkheid om verhinderdata op te geven zal de kantonrechter een datum bepalen waarvan dan in beginsel geen uitstel meer mogelijk is;
- voor het opgeven van verhinderdata zal geen uitstel worden verleend;
3.6.
bepaalt daarnaast dat de mondelinge behandeling in beginsel niet zal worden uitgesteld nadat daarvoor dag en tijdstip zijn bepaald;
3.7.
bepaalt dat, indien partijen nog aanvullende stukken in het geding willen brengen, zij die stukken tenminste één week voor de mondelinge behandeling aan de kantonrechter en aan de wederpartij dienen toe te sturen;
3.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht en is bij aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2024.