In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. Het bezwaarschrift was op 15 juni 2022 door verweerder ontvangen, maar er was geen verweerschrift ingediend, ondanks een verzoek van de rechtbank op 21 december 2023. De rechtbank heeft het beroep behandeld op basis van de ingediende stukken van eiseres.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden, wat door verweerder zelf is erkend in een brief van 9 maart 2023. Eiseres heeft, na een ingebrekestelling, op 30 april 2023 beroep ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 50,-, aangezien haar beroep gegrond is verklaard.
De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.