Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
Inleiding
- verklaart het beroep gegrond;
- herroept het primaire besluit;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de terugvordering van een WW-uitkering. Eiseres had zich op 10 juli 2020 ziekgemeld en ontving een ZW-uitkering, maar vroeg later een WW-uitkering aan. Het Uwv stelde dat eiseres geen recht had op de WW-uitkering vanwege de ontvangen ZW-uitkering en vorderde een bedrag van € 13.278,17 terug. Eiseres was het hier niet mee eens en stelde dat er sprake was van een dringende reden om van terugvordering af te zien, omdat de terugvordering ernstige psychische gevolgen voor haar had.
De rechtbank oordeelde dat er inderdaad sprake was van een dringende reden. De informatie in het dossier, waaronder een brief van de huisarts, toonde aan dat de terugvordering had geleid tot een terugval in de psychische gezondheid van eiseres, inclusief suïcidale gedachten. De rechtbank vond dat het Uwv niet had kunnen concluderen dat er enkel sprake was van stress door de besluitvorming. Daarom vernietigde de rechtbank het bestreden besluit van het Uwv, herroept het primaire besluit en bepaalde dat eiseres het griffierecht vergoed moest krijgen. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de persoonlijke omstandigheden van betrokkenen bij besluiten van het Uwv, vooral wanneer deze besluiten aanzienlijke gevolgen hebben voor de psychische gezondheid van de betrokkenen. De rechtbank heeft hiermee een precedent geschapen voor toekomstige zaken waarin dringende redenen voor terugvordering aan de orde zijn.