ECLI:NL:RBMNE:2024:1955
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van bezwaar tegen zorgtoeslag en hoorplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 3 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 28 juni 2023, waarbij zijn bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard wegens termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar te laat is ingediend, aangezien het bezwaarschrift pas op 21 maart 2023 door verweerder is ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 18 november 2022 en 4 maart 2022 was verstreken. Eiser heeft geen geldige reden voor de termijnoverschrijding opgegeven, waardoor de rechtbank het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Daarnaast heeft eiser aangevoerd dat hij ten onrechte niet is gehoord. De rechtbank stelt vast dat er een telefonische hoorzitting was gepland op 21 juni 2023, maar dat eiser niet heeft gereageerd op het verzoek van verweerder om terug te bellen. Hierdoor heeft verweerder kunnen concluderen dat eiser heeft afgezien van de hoorzitting. De rechtbank komt tot de conclusie dat eiser voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn bezwaar toe te lichten en dat het besluit niet in strijd is met de hoorplicht.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding voor proceskosten ontvangt. Deze uitspraak is gedaan door rechter M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier A. Wilpstra-Foppen, en is openbaar uitgesproken op 3 april 2024.