ECLI:NL:RBMNE:2024:2005

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
10901444 \ UC EXPL 24-667
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis in verzetprocedure wegens verkeerde partijgedaagde

In deze verzetprocedure heeft de oorspronkelijke gedaagde, [opposant] B.V., aangevoerd dat de oorspronkelijke eiser, [geopposeerde] B.V., de verkeerde partij heeft gedagvaard. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [geopposeerde] erkent dat [opposant] niet de juiste contractspartij is en dat de overeenkomst met [bedrijf] B.V. is gesloten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verstekvonnis van 29 november 2023, waarbij [opposant] werd veroordeeld tot betaling van openstaande facturen, vernietigd moet worden. De vordering van [geopposeerde] wordt afgewezen omdat de grondslag voor de vordering ontbreekt. De kantonrechter heeft ook de proceskosten van [opposant] toegewezen aan [geopposeerde], die als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd. De zaak is afgedaan met deze uitspraak, en de kantonrechter heeft de kosten van de verzetprocedure begroot op € 558,09, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Locatie Utrecht
Zaaknummer: 10901444 UC EXPL 24-667 WMB/61313
Vonnis van 10 april 2024
in de zaak van
[geopposeerde] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats 1] ,
oorspronkelijk eisende partij in conventie,
gedaagde partij in het verzet,
verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna te noemen: [geopposeerde] ,
gemachtigde: TeRecht deurwaarders,
tegen:
[opposant] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats 2] ,
oorspronkelijk gedaagde partij in conventie,
eisende partij in het verzet,
eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna te noemen: [opposant] ,
gemachtigde: [gemachtigde] B.V.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de oorspronkelijke dagvaarding van 25 oktober 2023;
  • het verstekvonnis van 29 november 2023 (met zaaknummer 10780886 UC EXPL 23-7527, hierna: het verstekvonnis);
  • de verzetdagvaarding van 22 januari 2024 (aan te merken als de conclusie van antwoord in conventie en (voorwaardelijke) eis in reconventie);
  • de conclusie van repliek in conventie en conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie;
  • de conclusie van dupliek in conventie en conclusie van repliek in (voorwaardelijke) reconventie;
  • het proces-verbaal van de civiele rolzitting van 6 maart 2024, met daarin een mondelinge toelichting van de heer [A] namens [opposant] op de conclusie van dupliek in conventie en conclusie van repliek in reconventie.

2.De beoordeling

Wat is er gebeurd?
2.1.
[geopposeerde] heeft op 27 januari 2023 een overeenkomst gesloten met het bedrijf dat handelt onder de naam [handelsnaam] . Op basis van die overeenkomst stelt [geopposeerde] met ingang van 31 januari 2023 online marketingdiensten te hebben geleverd voor de website van [handelsnaam] . De facturen die [geopposeerde] in april en juli 2023 voor haar werkzaamheden aan [handelsnaam] heeft gestuurd, zijn niet betaald. [opposant] heeft de handelsnaam [handelsnaam] bij de Kamer van Koophandel geregistreerd. [geopposeerde] heeft daarom [opposant] op 25 oktober 2023 gedagvaard en geëist dat [opposant] het totale bedrag van de openstaande facturen (van in totaal € 7.864,40) betaalt. [opposant] heeft niet (tijdig) op de dagvaarding gereageerd, waardoor op 29 november 2023 een verstekvonnis tegen haar is uitgesproken. In het verstekvonnis is [opposant] veroordeeld om het bedrag van de openstaande facturen met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten, aan [geopposeerde] betalen.
2.2.
Op 23 januari 2024 is [opposant] tegen het verstekvonnis in verzet gekomen. In de verzetdagvaarding heeft [opposant] aangevoerd dat zij geen contractspartij was bij de overeenkomst waaruit de vordering van [geopposeerde] voortvloeit, maar dat die overeenkomst tussen [geopposeerde] en (de aan [opposant] gelieerde vennootschap) [bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf] ) is gesloten. [opposant] wijst er daarbij op dat [bedrijf] ook de handelsnaam [handelsnaam] bij de Kamer van Koophandel heeft geregistreerd en dat bovendien het rekeningnummer van [bedrijf] op de overeenkomst is vermeld. [opposant] heeft aangevoerd dat de vorderingen van [geopposeerde] daarom moeten worden afgewezen en heeft daarnaast een voorwaardelijke eis in reconventie ingesteld. De vordering in reconventie houdt – kort samengevat – in dat [opposant] terugbetaling van een reeds (vanaf de rekening van [bedrijf] ) betaald bedrag van € 3.932,20 eist in het geval dat zij wel als contractspartij bij de overeenkomst wordt beschouwd, omdat [geopposeerde] volgens haar geen werkzaamheden heeft verricht.
[opposant] is op tijd in verzet gekomen
2.3.
De kantonrechter stelt voorop dat [opposant] op tijd in verzet is gekomen tegen het verstekvonnis. De termijn van vier weken voor het instellen van verzet gaat lopen op de dag na de dag van betekening van het verstekvonnis, tenzij eerder door een daad van bekendheid van de veroordeelde blijkt dat hij bekend is met het verstekvonnis of dat het verstekvonnis eerder ten uitvoer wordt gelegd (artikel 143 Rv). [opposant] heeft gemotiveerd gesteld dat zij pas bekend werd met het verstekvonnis door de betekening daarvan op 29 december 2023. [geopposeerde] heeft dit niet weersproken. Het staat daarom vast dat [opposant] met het uitbrengen van de verzetdagvaarding op 23 januari 2023 op tijd in verzet is gekomen.
De kantonrechter zal het verstekvonnis vernietigen en de vordering van [geopposeerde] afwijzen
2.4.
De kantonrechter zal het verzet van [opposant] gegrond verklaren, het verstekvonnis vernietigen en de vordering van [geopposeerde] (alsnog) afwijzen. [geopposeerde] heeft erkend dat niet [opposant] , maar [bedrijf] contractspartij is bij de overeenkomst van 31 januari 2023 en dat zij [opposant] dus ten onrechte heeft gedagvaard. Het is daarmee vast komen te staan dat de grondslag voor de vordering van [geopposeerde] op [opposant] ontbreekt.
2.5.
[geopposeerde] heeft aangegeven de zaak tegen [opposant] (de kantonrechter begrijpt de zaak met zaaknummer 10780886 UC EXPL 23-7527) in te willen trekken. Dit vonnis ziet echter op de verzetzaak (met zaaknummer 10901444 UC EXPL 24-667) die door [opposant] is aangevangen met de verzetdagvaarding. Die zaak kan daarom niet door [geopposeerde] worden ingetrokken. De kantonrechter begrijpt uit de stukken van partijen echter dat zij beiden beogen de procedure tussen [geopposeerde] en [opposant] te beëindigen. Met het wijzen van dit vonnis wordt dat resultaat bereikt.
2.6.
Daarnaast wordt de voorwaarde voor de eis van [opposant] in reconventie niet vervuld en heeft [opposant] bovendien aangegeven die eis in te willen trekken. De kantonrechter laat de eis in reconventie daarom onbesproken.
2.7.
[geopposeerde] heeft verzocht om doorhaling van de zaak op de rol en in principe heeft [opposant] daarmee ingestemd. Met het vernietigen van het verstekvonnis en het afwijzen van de vorderingen van [geopposeerde] tegen [opposant] vervalt de mogelijkheid om de zaak door te halen op de rol, omdat de zaak daarmee is afgedaan.
[geopposeerde] moet de proceskosten van [opposant] betalen
2.8.
[geopposeerde] erkent dat zij ten onrechte [opposant] heeft gedagvaard. [geopposeerde] wordt daarom als de in het ongelijk gestelde partij beschouwd in de verzetprocedure en moet de proceskosten van [opposant] betalen. Op grond van artikel 141 Rv geldt voor de begroting van de proceskosten in de verzetprocedure dat [opposant] de kosten voor het verzetexploot voor eigen rekening moet nemen. Daarnaast komen op grond van dat artikel de kosten voor de betekening van het verstekvonnis ook voor rekening van [opposant] . De proceskosten van [opposant] worden als volgt begroot:
- salaris gemachtigde
542,00
(2,00 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
subtotaal
677,00
- betekening verstekvonnis
118,91
-/-
Totaal
558,09

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt het verstekvonnis van 29 november 2023 (met zaaknummer 10780886 UC EXPL 23-7527) en, opnieuw rechtdoende, wijst de vordering van [geopposeerde] af;
3.2.
veroordeelt [geopposeerde] in de kosten van de verzetprocedure (met uitzondering van de kosten van de verzetdagvaarding) aan de zijde van [opposant] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 558,09, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [geopposeerde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 april 2024.