ECLI:NL:RBMNE:2024:2085
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake onterecht niet begrote griffierechten in proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft CZ Zorgverzekeringen N.V. een verzoek ingediend tot verbetering van een eerder vonnis dat op 28 februari 2024 was uitgesproken. CZ stelt dat er een kennelijke fout is gemaakt in de begroting van de proceskosten, waarbij de griffiekosten niet zijn meegenomen. De kantonrechter heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, maar [gedaagde] heeft hier geen gebruik van gemaakt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een kennelijke fout in het eerdere vonnis. De griffiekosten van CZ, ter hoogte van € 128,00, waren niet opgenomen in de proceskostenbegroting. Hierdoor was het totaalbedrag aan begrote proceskosten onjuist. De kantonrechter heeft besloten dat het totaalbedrag aan begrote proceskosten moet worden aangepast van € 229,86 naar € 357,86.
In de beslissing heeft de kantonrechter de aanpassing van de proceskostenbegroting bevestigd en de wijziging van de veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten van € 229,86 naar € 357,86 doorgevoerd. Tevens is bepaald dat deze verbetering op het eerdere vonnis van 28 februari 2024 moet worden vermeld. De partijen zijn gelast om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie te retourneren. Dit herstelvonnis is uitgesproken op 10 april 2024 door kantonrechter O.P. van Tricht.