In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 11 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 5 maart 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 20 april 2022 verweerder in gebreke gesteld en heeft pas op 20 maart 2024 beroep ingesteld, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.
De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen en heeft een termijn van twee weken na verzending van de uitspraak vastgesteld voor het nemen van dit besluit. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- moet worden vergoed door verweerder. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.