ECLI:NL:RBMNE:2024:2484
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens te late indiening zonder verschoonbare reden
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 16 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiser heeft zijn beroep te laat ingediend, zonder dat daar een verschoonbare reden voor is. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had zijn beroepschrift uiterlijk op 12 oktober 2022 moeten indienen, maar dit is pas op 27 juni 2023 door de rechtbank ontvangen. Eiser heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht vanwege betalingsonmacht, wat door de rechtbank is toegewezen. Echter, de rechtbank concludeert dat de omstandigheden die eiser aanvoert, zoals financiële problemen en een burn-out, niet voldoende zijn om het te laat indienen van het beroep verschoonbaar te maken. De rechtbank benadrukt dat eiser eerder hulp had kunnen inschakelen voor het indienen van zijn beroep. Uiteindelijk wordt het beroep niet inhoudelijk behandeld en verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.