3.10.De kinderrechter acht zich op dit moment nog onvoldoende voorgelicht om een beslissing te kunnen nemen over een wijziging van de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] .
De kinderrechter zal de Raad daarom vragen om onderzoek te doen naar de vraag waar [minderjarige] het beste haar hoofdverblijfplaats kan hebben, en welke zorgregeling passend is als die volgens de Raad bij de vader dient te zijn.
Uiterlijk op 2 mei 2024wil de kinderrechter graag het advies van de Raad ontvangen. Na ontvangst van het Raadsrapport zal de kinderrechter partijen, hun advocaten en de Raad uitnodigen voor een zitting. Ook [minderjarige] zal dan weer een uitnodiging krijgen voor een gesprek met de kinderrechter. Vervolgens zal de zaak opnieuw op zitting worden besproken op
27 mei 2024, om 13.30 uurbij de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht.
Brief aan [minderjarige]3.11. Direct na de zitting van 16 februari 2024 heeft de kinderrechter een brief aan [minderjarige] gestuurd om haar te informeren over de zitting en haar beslissing.
In die brief is het volgende opgenomen:
Vanmiddag is de zitting geweest hier bij de rechtbank. Ik wil jou graag laten weten welke
beslissingen ik nu al heb genomen, en hoe het verder gaat.
Bij de zitting waren jouw moeder met een advocaat, jouw vader met een advocaat, twee mensen van de Raad voor de Kinderbescherming, en natuurlijk [griffier] (de griffier die er bij het gesprek met jou ook was), en ik. Ook was er nog een collega van mij die meekeek met de zitting, om daarvan te leren.
Tijdens de zitting heb ik verteld over de brief die je aan de rechtbank hebt geschreven en het
gesprek dat wij vorige week vrijdag hebben gehad. En dat ik heel erg was geschrokken van wat je allemaal schreef over [C] . Vandaag heeft jouw moeder verteld dat ze nu inziet dat ze jou beter had moeten beschermen en dat het niet goed is dat [C] toch bij jullie thuis is blijven komen. Ze heeft ook verteld dat ze nu echt een punt zal zetten achter de relatie met [C] . Jouw vader heeft verteld dat hij heel verdrietig is dat jij dit allemaal hebt meegemaakt.
Ik heb begrepen dat je nu weer bij je moeder bent, en dat je komende zondag voor de
voorjaarsvakantie een week naar je vader gaat. Maar ik vind het voor jou belangrijk dat je nu nog wat langer bij je vader blijft, zodat je even tot rust kan komen. Jouw moeder vond dat moeilijk, omdat ze jou liever niet wil missen. Dat begrijp ik natuurlijk ook wel. Maar ze heeft toch gezegd dat ze het goed vindt dat je tot 5 maart bi] je vader blijft. Ik vind het knap van haar dat ze dat goed vindt en dat ze dus nu kijkt naar wat voor jou goed is. Je vraagt je misschien af: waarom tot 5 maart? Dat zal ikje uitleggen. Op 5 maart is er een jeugdbeschermingstafel. Dat is een overleg waarbij jouw ouders maar ook de betrokken instanties (Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming) bij elkaar komen om te overleggen over jou. Zij gaan dan kijken welke afspraken er nodig zijn om te zorgen dat het met jou goed gaat, en dat je veilig bent. Misschien zullen ze daar afspreken dat je nog wat Langer bij je vader bent, misschien ook niet, dat weet ik nu natuurlijk niet.
Het kan ook dat de Raad voor de Kinderbescherming na de jeugdbeschermingstafel besluit om te onderzoeken of er weer een ondertoezichtstelling (OTS) voor jou moet komen. Of je nou voorlopig (na 5 maart) bij je vader of bij je moeder zal verblijven de komende tijd, de afspraak die ik met jou ouders vandaag heb gemaakt is dat jij [C] niet meer ziet. We hebben trouwens wel afgesproken dat je tot 5 maart je moeder op zondag ziet, van 10.00 uur tot 16.00 uur. En dat je altijd met haar kan bellen of appen als je dat wil.
Jouw vader heeft tijdens de zitting gevraagd of ik wil beslissen dat jij voortaan bij hem zal wonen, en dat je om het weekend bij je moeder bent. Hij heeft dus eigenlijk hetzelfde gevraagd als wat jij in je brief hebt gevraagd. Ik neem daarover nu nog geen beslissing. Ik heb nu te weinig informatie om te weten wat voor jou op de langere termijn het beste is. Ik heb de Raad voor de Kinderbescherming gevraagd om te onderzoeken bij wie jij het beste kunt wonen. De Raad voor de Kinderbescherming zal daarover praten met jou, je ouders en anderen (bijvoorbeeld iemand van school). Over ongeveer drie maanden, als de Raad voor de Kinderbescherming klaar is met het onderzoek, verwacht ik dat we weer een zitting zullen hebben om daarover verder te praten. Ik nodig jou dan ook uit om naar de rechtbank te komen om weer met mij te praten over hoe het gaat.
Met jouw ouders heb ik besproken dat het voor jou fijn is dat ze nu niet met jou gaan praten over alles wat er is gebeurd de afgelopen weken. Het belangrijkste is dat ze allebei veel van jou houden en dat ze graag willen dat het beter met jou gaat. Dat jij ook veel van hen houdt weten ze natuurlijk ook.
Omdat het best veel informatie is zet ik nog even voor je op een rij wat er nu gaat gebeuren:
- Aankomende zondag (18 februari) ga je naar je vader. Je blijft daar tot 5 maart.
- Op zondag 25 februari en zondag 3 maart ga je van 10.00 tot 16.00 uur naar je moeder.
- [C] is niet bij je moeder als jij er bent.
- Op 5 maart wordt er tijdens de jeugdbeschermingstafel verder gekeken welke afspraken voor jou nu nodig zijn, en of je nog langer bij je vader blijft.
- Over ongeveer drie maanden zal er weer een zitting zijn. Dan bespreken we het
onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming en kijk ik welke beslissingen voor jou het beste zijn.
Ik hoop dat het voor jou nu duidelijk is wat er gaat gebeuren.
Ik wil je bedanken voor het vertrouwen. Ik vind het heel dapper dat je de stap hebt gezet om een brief te schrijven en om met mij te praten. Nu zijn de volwassenen om jou heen aan zet om dat verder op te pakken.
Ik wens je een goed weekend en een fijne vakantie, lekker uitrusten!”