Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2] B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie met producties 1 t/m 10 van [gedaagde sub 1] ;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 4 van [gedaagde sub 2] ;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De beoordeling
- het volledige grootboek met authentieke datumstempel van [gedaagde sub 2] van de jaren 2017 t/m 2022, althans de separate grootboekkaarten met authentieke datumstempel van dezelfde periode voor zover het de (beweerdelijke) lening betreft, met daarbij de betalingen aan, voor en namens [gedaagde sub 1] , althans met de voor haar vermeend voorgeschoten advocaat- en of adviseurskosten.
- de door de account opgemaakte en door de AVA vastgestelde jaarrekeningen met directieverslagen van [gedaagde sub 2] over de jaren 2017 t/m 2021, althans voor zover het de (beweerdelijke) geactiveerde lening betreft met daarbij de betalingen aan of voor [gedaagde sub 1] .
- Eiser een rechtmatig belang heeft bij inzage, afschrift of uittreksel van de bescheiden;
- De vordering betrekking heeft op bepaalde bescheiden;
- De bescheiden een rechtsbetrekking betreffen waarin eiser partij is;
- Gedaagde deze bescheiden tot zijn beschikking heeft.
- De verklaring van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] dat sprake is van een geldleenovereenkomst tussen hen;
- De verklaringen van de heer [gevolmachtigde] (gevolmachtigde van [gedaagde sub 2] ) dat sprake is van een lening en over de manier waarop dit (correct) verwerkt is in de boekhouding