ECLI:NL:RBMNE:2024:3228
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering van eiser
In deze zaak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen het besluit van het Uwv tot toekenning van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv heeft de mate van arbeidsongeschiktheid per 9 november 2022 vastgesteld op 52,92%. Eiser is het niet eens met dit percentage en stelt dat hij volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank onderzoekt de medische situatie van eiser op de beoordelingsdatum en de onderliggende besluitvorming van het Uwv.
Eiser, die voorheen als snijder/uitbeender werkte, heeft zich op 23 oktober 2020 ziekgemeld. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering en een aantal besluiten van het Uwv, is uiteindelijk het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 52,92%. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen eerdere besluiten en heeft zijn standpunt onderbouwd met medische informatie. De rechtbank stelt vast dat het Uwv zijn besluiten mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, mits deze rapporten zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten.
De rechtbank concludeert dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd heeft waarom de aangenomen beperkingen passend zijn voor eiser. Eiser heeft geen gronden aangevoerd tegen de zorgvuldigheid van het medische onderzoek en de rechtbank ziet geen aanleiding om aan de juistheid van de medische beoordeling te twijfelen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en de gemaakte proceskosten niet vergoed worden.