In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 4 juli 2024, wordt het beroep van eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], behandeld. Eiseres heeft op 18 maart 2024 beroep ingesteld omdat verweerder, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank constateert dat eiseres haar aanvraag op 21 november 2023 heeft ingediend en dat verweerder binnen vier weken, dus uiterlijk op 19 december 2023, had moeten beslissen. Aangezien deze termijn is overschreden, heeft eiseres verweerder op 27 februari 2024 in gebreke gesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog binnen twee weken na deze uitspraak een beslissing moet nemen.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en bepaalt dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die op € 218,75 wordt vastgesteld. Tevens moet verweerder het griffierecht van € 371,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om deze te ondertekenen.