In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 augustus 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 21 december 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 19 april 2023 verweerder in gebreke gesteld en heeft pas op 21 maart 2024 beroep ingesteld, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.
De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen en dit moet doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- vergoeden. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten over herbeoordelingen van kinderopvangtoeslag vastgesteld in lijn met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.