ECLI:NL:RBMNE:2024:5028
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 11 juli 2024, in de zaak tussen Amershoef B.V. en Coloplast B.V. als verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort als verweerder, wordt het verzoek om een proceskostenvergoeding beoordeeld. Verzoekers hadden bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van 20 februari 2024, waarin een parkeerverbodszone werd ingesteld in het Hoefkwartier in Amersfoort. Na het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening, heeft het college laten weten de uitvoering van het besluit op te schorten totdat op het bezwaar is beslist. Verzoekers hebben hun verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, omdat het college tegemoet is gekomen aan hun verzoek. De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, maar het college heeft aangegeven geen aanleiding te zien voor een vergoeding.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het college door het opschorten van de uitvoering van het besluit aan het verzoek van verzoekers is tegemoetgekomen. Dit leidt tot de conclusie dat verzoekers recht hebben op een proceskostenvergoeding, omdat zij een reden hadden om het verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en stelt de kosten vast op € 875,-, die het college aan verzoekers moet vergoeden. De uitspraak benadrukt dat het college geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.