ECLI:NL:RBMNE:2024:5447
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om eenmalige energietoeslag voor dak- en thuisloze eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die als dak- en thuisloze een aanvraag had ingediend voor een eenmalige energievergoeding van € 800,- op grond van de Participatiewet (Pw), en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats], dat als verweerder optrad. De aanvraag werd afgewezen op 1 november 2022, waarna het bezwaar van eiser op 22 februari 2023 ongegrond werd verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 8 april 2024 heeft eiser, vergezeld door zijn moeder, zijn standpunt toegelicht. Eiser betoogde dat de uitsluiting van dak- en thuislozen van de energievergoeding onterecht was, aangezien deze groep het al zwaar heeft en hij zich in een vergelijkbare situatie bevond als studenten die wel een vergoeding kregen. Verweerder stelde echter dat hij beleidsvrijheid had om deze groep uit te sluiten, omdat dak- en thuislozen geen eigen energierekening hebben en hun behoefte aan een vergoeding niet altijd kenbaar is.
De rechtbank oordeelde dat de beroepsgrond van eiser niet slaagde. Eiser voldeed niet aan de voorwaarden voor de doelgroep van de eenmalige energievergoeding en had geen objectieve en verifieerbare stukken overgelegd om zijn energiekosten en schulden aan te tonen. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de aanvraag had afgewezen en dat er geen ongerechtvaardigd onderscheid was gemaakt ten opzichte van andere groepen, zoals studenten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.