ECLI:NL:RBMNE:2024:5652
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Utrecht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de hoogte van de WOZ-waarde van de onroerende zaak aan de [adres] in [plaats]. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde vastgesteld op € 824.000,- per waardepeildatum 1 januari 2020, voor het belastingjaar 2021. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze waarde, maar de heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de online zitting op 22 januari 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld, onderbouwd door een recent verkoopcijfer van € 825.000,-. Eiseres betwist de bruikbaarheid van dit verkoopcijfer, maar de rechtbank volgt haar hierin niet. De rechtbank concludeert dat de WOZ-waarde van € 824.000,- niet te hoog is en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres verzoekt ook om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar de rechtbank wijst dit verzoek af, omdat de redelijke termijn niet is overschreden. De uitspraak van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 25 april 2024.